- 20 -
19 december 1983
hetzelfde als D'66, maar we zijn allergisch voor een beleidsplan. Ik geloof
niet dat u hetzelfde bedoelt, maar u mag proberen mij te overtuigen. Uw eerste
stap is voor D'66 de stap na de eerste stap. U begint met het voor de
diensthoofden vaststellen van een uitvoeringshandleiding van ja, waarvan?
Van het niet vastgestelde beleidsplan. Of durft u - zoals ik de CDA-fraktie
hoor doen - de lijsttrekkers-beleidsuitgangspunten een beleidsplan te noemen?
Wij vinden het jammer. U speelt onnodig troeven in handen van degenen die u
en de raad van een "hap-snap-beleid" of "geen beleid" betichten. De ambtena
ren onder hen zullen terecht vinden dat weer alleen de budgettaire roulette
hen stuurt. Als ik dat kort samenvat dan herkent D'66 zich slecht in uw
brief en D'66 vindt dat de raad de werkhypothese 1984 op 500.000,= zou
moeten vaststellen. Verstandig kiezen van tijdstippen van investeringen doen,
van verplichtingen aangaan, maakt het mogelijk om in 1984 met dat bedrag uit
te komen.
Dan ga ik over van A.T.B.-zaken naar "gewonere" A.BZ-zaken,mijnheer de
voorzitter. Er is bij gelegenheden als deze al een en andermaal gediskussieerd
over de mogelijkheid burgers toe te laten tot lid van de commissies van
advies en bijstand. Ooit, al weer vijf jaar terug, stond er zelfs iets over
in de beleidsuitgangspunten van de toenmalige lijsttrekkers. Het stond er
wel vaag genoeg om het niet zover te laten komen, toen het puntje bij het
paaltje kwam. Je kunt door burgers op te nemen diverse doelen dienen, mijnheer
de voorzitter, en ik weet dat er niet alleen voorszijn. Ik realiseer mij
ook, dat een revolutie op dit punt niet de steun van de raad zal krijgen en
ik ga nu dan ook mikken op evolutie. Ik doe dat - daarin ben ik eerlijk -
uit bittere noodzaak. Kleine partijen in Nederland zijn een gegeven, net
zoals grote dat zijn. Kleine partijen dragen bij aan de juiste kleuring van
beslissingen, zijn sons hinderlijk, maar zeker zo vaak constructief door een
brugfunktie. In hun funktioneren, zoals hier in de raad met éénmansfrakties
ondervinden ze een handicap, alleen al doordat het fysiek en anderszins
ondoenlijk is aan alle voorbereidingen zelf deel te nemen. Daarmee doet het
gemeentebestuur zichzelf tekort. Dat is gediend met en gebaat bij een opti
male voorbereiding vanuit alle frakties.
Als u die stelling onderschrijft, bent u dan bereid een voorstel tot wijziging
van de Verordening op de Vaste Commissies van Advies en Bijstand te doen,
dat de mogelijkheid opent dat de frakties in beperkte mate niet-raadsleden
voordragen voor commissielidmaatschappen? Een suggestie hoe dat zou kunnen
heb ik u ondershands aangereikt, mijnheer de voorzitter.
Het college bespaart met zo'n voorstel in ieder geval de kleine partijen
de grote moeite die het maken van een initiatief-voorstel pleegt te kosten.