- 35 - 19 december 1983 komen, daar wachten we dus maar op. De PvdA vraagt ook of het bestuur van de Sportstichting zich realiseert dat twee ton teveel wordt uitgegeven. Mijnheer de voorzitter, ik ben toch wel wat verrast door deze uitspraak. De zaak is namelijk helemaal in het bestuur niet besproken en de heer Van Gelder kan dat weten. Naast hem zit namelijk, zoals al vaker vermeld, de vice-voorzitter van de Sportstichting en hij hoeft hem maar even te vragen om te weten dat deze zaak niet besproken is. Mocht de heer Van Gelder echter vinden dat er cijfermatig iets in de Sportstichting aan de orde moet komen, dan zou ik hem toch dringend willen aanraden tijdig het cijfermateriaal aan zijn partijgenoot, de heer Van den Brakel, mee te geven opdat deze het materiaal in de Sportstichting aan de orde kan stellen. Ik zeg dit tevens met betrekking tot het feit dat u terugkomt op het bedrag van 215.000,= bij de begrotingsposten. Ik zal u ook thans dringend willen aanraden om dat cijfermateriaal aan de heer Van den Brakel te geven opdat wij dat materiaal kunnen doornemen. Ik denk namelijk dat, als wij een gemeente besturen, wij in ieder geval gebruik moeten maken van onze vertegenwoordigers in de diverse organisaties om tijdig de gegevens door te geven, teneinde die op de juiste wijze en op de juiste plaats te bespreken. D'66 zegt niet alleen een toelichting te willen, maar ook een verklaring, waarom in 1984 geen twee ton - die de raad op het oog had - is opgevoerd. Ik kom daar dadelijk op terug. Volgens de heer Visser wordt een extra schenking van een ton aan de Sportstichting gegeven en hij ziet dat ook als een extra bijdrage. Zou de heer Visser mij kunnen uitleggen hoe hij deze opmerking wil laten rijmen met zijn opmerking enige maanden geleden gemaakt, dat het inleveren van een ton va>r de sport een ramp zou zijn? Begrijp ik dan goed dat hij de Sportstichting dus een ramp zou willen schenken? Mijnheer Visser, er is volstrekt geen tweespalt in het college met betrekking tot de beantwoording van vraag 20. Dat antwoord is unaniem gegeven, er wordt dus niet gerollebold, er wordt alleen maar een unaniem antwoord gegeven. Ik had de heer Pothuizen beloofd, dat ik zijn vraag nader zou beantwoorden ten aanzien van een verklaring over en een toelichting op het bedrag waar de raad het oog op had. Men lette op de woordkeus en vergelijke die met de stelling van de heer Van Gelder, geuit in de raads vergadering van november j.1. in verband met de begroting van de bibliotheek. Hij stelt daar zeer duidelijk dat er met betrekking tot doorberekeningen geen raadsbesluiten zijn genomen voor 1984. Ter verduidelijking, mijnheer de voorzitter, het college heeft unaniem besloten tot het antwoord op vraag 20. Ik wil in dit verband gaarne verwijzen naar de woorden van de voor gangster van de heer Pothuizen, opdat uw en ons woordgebruik op elkaar aan-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 458