- 42 -
19 december 1983
met betrekking tot gemeentewerken. Er is gesproken over een open bedrijf en
met het verzoek om ook gegevens voor andere diensten ter beschikking te stel
len. Ik dacht dat reeds in de aanbiedingsbrief het nodige materiaal daarover
te vinden is en verder ook in de aangeleverde stukken met betrekking tot de
taakdiskussie, die aan de hele takendiskussie zijn voorafgegaan door de
betreffende afdelingen.
Met betrekking tot het bosbeheer is al een opmerking gemaakt door mijn collega
hetgeen ik volledig kan onderschrijven.
Er is een vraag gesteld met betrekking tot de rapporten en de aanbevelingen
die er bij gemeentewerken zijn uitgebracht. Er is reeds eerder gezegd, dat
deze rapporten zullen worden betrokken bij de behandeling van de A.T.B. Ver
moedelijk is daarin reeds veel stof te vinden die kan worden aangedragen
voor de behandeling van de onderwerpen die daar aan de orde komen.
De heer Pothuizen heeft een aantal suggesties gedaan met betrekking tot de
vuilverwerking. Daar neem ik graag nota van. Eén opmerking is mij niet hele
maal duidelijk, hij eindigt zijn passage over de gemeentereiniging met "geef
Spullenhulp wat Spullenhulp toekomt". Ik weet niet wat hij daarmee bedoelt,
zijn het de spullen of de hulp. Wat de spullen betreft zal het afhangen van
de burgers van Soest, ik dacht dat Spullenhulp genoegzaam bekend was, dat men
de weg daarheen zal weten te vinden.
Dan is er een opmerking gemaakt op een heel ander terrein door het CDA. Dat
gaat dan met name over de vervangingsstop voor het personeel en daarbij doet
u de suggestie om de behandeling van de vakatures te leggen bij de commissie
personeel. Ik dacht dat ik u dit ten stelligste moet ontraden, omdat een
dergelijke gang van zaken, waar ik zeer veel moeite mee heb moet ik zeggen,
op een aantal bezwaren stuit. Bezwaren van formele aard, van praktische aard
en ook beleidsmatig. In de eerste plaatsformeel is het zo, dat de benoeming
van ambtenaren de taak is van het college en niet van de raad. Indien u dit
dus naar de raad zou overhevelen, dan heb ik toch het gevoel dat de raad
zich daarmee begeeft op een terrein, dat expliciet niet het hare is. Ook
praktisch geloof ik dat aan deze procedure veel bezwaren zouden kleven. Het
is reeds bij een andere gelegenheid ook door mij naar voren gebracht. De hele
behandeling van vakatures door de betreffende commissie vraagt deskundigheid
van die commissie, het vraagt een verdiepen in allerlei bijkomstigheden die
bij de vervulling van een vakature nu eenmaal noodzakelijk zijn. Bovendien
zit er nog een tijdsfaktor in, die ik toch ook niet onbelangrijk vind. Het
belangrijkste is echter waarschijnlijk de beleidssituatie, de beleidsover
wegingen. We hebben op dit moment gekozen voor een A T.B. In die A.T.B. is
een procedure via de toetsingscommissie ingebouwd en wanneer nu deze toetsings-