- 43 - 19 december 1983 commissie en de hele procedure in feite aan de kant zou worden gezet, dan komt het er eigenlijk op neer dat u daarmee een gebrek aan vertrouwen in de behandeling van deze vakatures door de commissie en de besluitvorming door het college aan de orde legt en ik dacht dat dat niet zou passen op dit ogenblik in de gang van zaken. De situatie zou zo moeten zijn: de toetsings commissie zou zijn werk moeten doen, het college zou de beslissing moeten nemen en wanneer u van mening bent dat een college in het kader van de bezuinigingen, die uiteraard de doelstelling zijn van het instellen van de toetsingscommissie, niet aan de verwachtingen voldoet dan is het de taak van de raad om daar de vinger bij op te heffen en het college desnoods te corrigeren. Mijnheer de voorzitter, ik zou de procedure die door het CDA wordt voorgesteld ten stelligste willen ontraden op grond van de aangegeven overwegingen. Dat waren, als ik het goed beluisterd heb, de punten die door de verschillende sprekers aan de orde zijn gesteld voor wat betreft mijn portefeuille. VOORZITTERIk ben blij dat we deze procedure hebben gevolgd, zoals we die nu volgen, want het heeft mogelijk gemaakt dat wij in het college behoorlijk overleg hebben kunnen plegen om u direkt te kunnen antwoorden namens het hele college. Ik begin bij de heer Van Garderen, die het heeft gehad over "over trouwen en samenwonen". Dat betreft dit boekje, dat hier ter inzage ligt. Heer VAN GARDEREN: Dat was niet de bedoeling,hoor. VOORZITTER: Voor het goede oordeel van de raad is het nuttig om daar eens kennis van te nemen. Zo is het ook gegaan bij het boekje, het is opvallend, mijnheer Van Garderen, pas toen het in de kranten had gestaan dat er in andere gemeenten vragen over waren gesteld, ontstond enige belangstelling van het publiek voor het boekje. Wij vinden van de funktie van de voor lichtingsbalie dat wij zoveel mogelijk de gelegenheid moeten geven om stukken die daar maar enigszins voor in aanmerking komen of waarvan wordt verzocht om die daar te mogen neerleggen, ter kennis te brengen van het publiek en dat wij daar een zo ruim mogelijk beleid in moeten voeren. Wij toetsen dit eigenlijk alleen op betamelijkheid en op strijdigheid met de wet. Er moet een ruime gelegenheid zijn voor de mensen die dat willen, om daar iets neer te leggen en zeker voor het Ministerie, die hieraan heeft meegewerkt, hoewel we goed moeten weten dat dit boekje een uitgave is van het weekblad Margriet, zo lees ik hier. Overigens wordt o.a. het onderwerp behandeld:'hoe doen we het nu met het geld' Dat is een onderwerp dat ons vanavond zeer bezig houdt, vandaar dat het een adequate opmerking was.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 466