- 51 -
19 december 1983.
aanleiding tot een hele lange motie van wantrouwen. Maar aan het eind van
zon motie hoort dan altijd te staan: en gaan over tot de orde van de dag.
Dat doen we dan ook, wij gaan over tot de orde van de dag: praten over
de begroting 1984. D'66 heeft een aantal zaken genoemd die ons aanspreken,
die ook in onze uitgangspunten staan. Ik denk daarbij aan de burgers betrek
ken bij de besluitvorming. Daar willen wij ook vóór zijn, alleen er zijn
zo weinig mogelijkheden en daar waar burgers het recht hebben zich te
bemoeien met de gang van zaken in de gemeente, dan zijn ze waarschijnlijk
hun leven niet helemaal zeker, want er zijn culturele commissies opgeheven
via de krant en later bevestigd. Voor wat betreft de aandacht van D'66 voor
ons gezag in de gemeente, in dit geval dus de politie, wil mijn fraktie
zich nog wel eens beraden over voorstellen die gedaan zijn. Het voorstel
komt bij ons sympathiek over, maar wij tekenen daarbij aan dat het wel
eenmalig moet zijn; het mag niet het karakter krijgen van een soort aan
moedigingspremie. Ten aanzien van de volkshuisvesting kunnen wij ons
aardig herkennen in de woorden van D'66. De verontwaardiging van de heer
Pothuizen over de Sportstichting hinkt wat op twee gedachten. Wellicht kan
het college aangeven welke instellingen allemaal hun indikatieve bezuini
gingen ook hebben gehaald voor 1984.
Het college ademt vanavond een eensgezinde sfeer, dat waarderen wij,die
eenstemmigheid daarin. Het college wil als eenheid naar buiten optreden',
nadat het mislukken van de eerste A.T.B. aanpak is geconstateerd heeft
het college toch eensgezind gezegd: wij gaan hier wel mee verder.
We willen hier geen parlementje spelen, wij voelen niets voor oppositie
voeren in deze gemeenteraad, tenzij u de consequentie trekt van het onvol
doende realiseren van je eigen programma; dan mag je aan de kant geroepen
worden, zoals in Den Haag. Wat in Den Haag kan: door goede afspraken een
heel land regeren, dat kan ook best in een stukje Nederland, in Soest.
De houding van de PvdA vinden wij op dit moment niet erg constructief.
De PvdA zegt het college de wacht aan, maar we zullen zien wat het college
daar zelf van vindt, wat hun politieke voorman daarvan vindt, met name de
wethouder die deel uitmaakt van het nog steeds eensgezinde college.
Genoemd is ook een bestuurlijke begeleidingscommissie voor de nieuwe
comptabiliteitsvoorschriften. Wij achten deze overbodig. De inzichten van
de heer Van Gelder, meenden wij te constateren, veranderen nog al eens.
Enige maanden geleden spraken wij over de begroting 1983 en dan citeer ik
de heer Van Gelder: "je moet uitgaan van je eigen politieke doelstellingen
en het formuleren daarvan kan niet door raadsleden gebeuren, omdat die
mensen vaak een baan ernaast hebben en het toch een vrij intensief werk is.
Het moet in het college gebeuren en de uitwerking daarvan moet worden