- 55 -
19 december 1983
Het gaat er zuiver om, dat wij als raad de vinger aan de pols willen
houden om in ieder geval te proberen niet voor gedwongen ontslagen te
komen staan. Dat is al meerdere malen ook in het kader van het vorige
A.T.B. produkt gesuggereerd en ik denk niet ten onrechte. De praktische
bezwaren die de wethouder aanvoert, zie ik helemaal niet, maar ik ben
in dat opzicht misschien optimistischer dan de wethouder.
De toetsing of een vakature vervuld moet worden, vereist volgens de wet
houder deskundigheid. Ja, dat is duidelijk, dat die deskundigheid vereist
is. Maar ik zie helemaal niet in dat, omdat die deskundigheid vereist is,
de commissie personeel en later de raad, die daarvan een deskundig advies
krijgt, niet zou kunnen beoordelen, afwegen of die vakature al dan niet
vervuld moet worden. Daar ging het mij om. U zegt dat de toetsingscommissie
prima werkt en ik neem dat dadelijk van u aan. Ik heb ook niet gezegd dat
die niet goed zou werken, maar ik heb wel andere bezwaren: er is een
commissie personeel, met een politiek verantwoordelijke wethouder; als er
in het kader van de A.T.B. over een personeelsplan of formatieplan gesproken
moet worden, dan kan niet de commissie personeel met de politiek verant
woordelijke wethouder daarover een advies geven, maar dan moet een
toetsingscommissie, bestaande uit ambtenaren onder voorzitterschap van de
burgemeester, in het leven geroepen worden. Daartegen verzet ik mij.
Nu zou het dan zo zijn, dat de raad en/of de commissie personeel, gehoord
die toetsingscommissie - maar dan is de beslissing al gevallen - achteraf
kan zeggen; als we dat geweten hadden, dan hadden we die mevrouw of die
meneer niet nodig gehad, dan hadden we binnen de eigen organisatie een
deskundig figuur kunnen aantrekken, kunnen verplaatsen. Daarom zei ik
in mijn algemene beschouwing dat het een grotere mobiliteit vereist
van het personeel. Ik vind het jammer dat het college het voorstel kennelijk
onaanvaardbaar vindt. Mocht in tweede instantie blijken dat het college
dat absoluut onaanvaardbaar vindt, dan zal ik terzake een uitspraak van de
raad vragen.
Voor wat betreft de politie willen wij bij de behandeling van hfdst. III
terugkomen op het voorstel van de heer Pothuizen ten aanzien van de overuren,
In mijn algemene beschouwing heb ik nogal wat kritische aandacht aan het
gemeentehuis gewijd. U zegt dat er binnenkort hierover een notitie zal
komen. Die zien we uiteraard met belangstelling tegemoet, alleen wil ik u
er wel voor waarschuwen dat het niet zo moet zijn dat we - dat kan heel
gemakkelijk leiden tot een verkeerde voorstelling van zaken - alles op
rijtje gaan zetten ten aanzien van de huiaige huisvestingskosten. Die kunnen
- bewust of onbewust, dat laat ik in het midden - aan de hoge kant gebracht