- 4 -
20 december 1983
ingevuld voor de Borg, maar die staan los van de andere 36.000,= waarover
op dit moment nog gesprekken met de Borg gaande zijn. Deze bedragen werken
struktureel door in de begroting van 1984. Tk kan u er echter bij zeggen,
zoals ik al eerder heb medegedeeld, dat wij bijzonder alert zijn op de
diverse begrotingsposten in de begroting van de Sportstichting, teneinde in
ieder geval in het kader van de rekening ook nog de nodige bezuinigingen
teweeg te brengen. Voor de 2e ton lag geen duidelijke richtlijn naar het
bestuur van de Sportstichting. Uiteraard worden raadsbesluiten steeds ook
doorgeseind naar het bestuur van de Sportstichting en daar besproken. Zoals
bekend kan daar onmiddellijk op gereageerd worden dankzij het feit dat er
ook raadsleden aanwezig zijn, die de begrotingsbehandeling en alle andere
behandelingen waar geld bij betrokken is hebben meegemaakt.
Een en ander is - ook vanmorgen nog - in het college aan de orde geweest
en ik kan u zeggen, dat het college unaniem heeft besloten geen tweede ton
bezuiniging aan de stichting op te dragen.
Mijnheer de voorzitter, er zijn ook nog opmerkingen gemaakt met betrekking
tot de taakverrichting door de Sportstichting. Het college is unaniem van
mening, dat zulks niet in de commissie A.B.Z. aan de orde zou moeten worden
gesteld, maar dat de taakverrichtingen en andere zaken met betrekking tot
de sport in het totaalplaatje zouden moeten worden meegenomen in het kader
van de ATB-besprekingenzoals in de u toegezonden brief van 9 december
zijn aangegeven. Deze zienswijze sluit overigens ook aan bij hetgeen de
voorzitter gisteren al op dit punt heeft gezegd.
Heer BOLHUIS: Voorzitter, mag ik een kleine interruptie plaatsen"? Betekent
dat, dat in het kader van de A.T.B. ook wordt onderzocht of het zin heeft
en welke financiële consequenties het heeft om de Sportstichting op te heffen?
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, alle aspekten van de taken van de
Sportstichting, waaronder het door de heer Bolhuis genoemde aspekt, zullen
in dat kader worden meegenomen.
Heer BOLHUISWij zouden onze motie kunnen intrekken, als u nu toezegt, dat
het absoluut meegaat.
Wethouder PLOMP: Tk denk dat wij een onderzoek in kunnen stellen en dat
het door u genoemde aspekt daarbij een rol speelt. Ik kan het nog duidelijker
zeggen: ja! De reden waarom ik het even inhield, was omdat ik van mening ben
dat dat mogelijkerwijs wat selektief kan overkomen, in alle sektoren moeten
we natuurlijk ook ja en nee zeggen.
Mijnheer de voorzitter, er zijn ook nog vragen gesteld met betrekking tot
de overlegsituatie tussen degenen die bij het sportgebeuren betrokken zijn.
Dat is het college, het stichtingsbestuur, de verenigingen. Ook daar is