7 maart 1983
Niet alleen van de zijde van het college, maar ook van de zijde van de raad
moeten gedachten en ideeën aangedragen worden om tot een duidelijke politieke
onderbouwing te komen. Dat is in samenwerking met elkaar.
Wat de regionale brandweer betreft zijn wij blij dat er kennelijk nog mogelijk
heden voor nieuwe bezuinigingen zijn, dit als gevolg van reakties van diverse
frakties, maar bij de hoofdstuksgewijze behandeling zullen wij graag de
relatie zien van deze bezuinigingen met de voorziening van een tweede
brandweerofficier. We zijn voornemens om duidelijk aandacht te schenken
aan datgene wat aan voorstellen door -het CDA op tafel wordt gelegd, die we
waarschijnlijk wel zullen ondersteunen.
Tenslotte nog ingaand op de opmerking van de heer Visser, met betrekking tot
mijn beroep op iedereen om voor achterdocht geen ruimte te laten:
het is jammer dat juist degene die regelmatig blijkgeeft van achterdocht, zich
niet bewust is van de strekking van mijn opmerking, die op laag niveau getrokken
is door een insinuatie aan het adres van mijn fraktie. Een insinuatie die
ten enenmale elke rechtvaardiging mist, en die kennelijk alleenbedoeld is,
om wat goedkoop succes te boeken als "enfant terrible".
Heer VERHEUS:Mijnheer de voorzitter, ik heb het in het begin van mijn algemene
beschouwingen al gezegd, dat we zo sober mogelijk zouden blijven en dat wil
ik ook in tweede instantie doen. T.a.v. de sport en alles wat daarmee verband
houdt, heeft de wethouder toegezegd, dat dat in een later stadium in de
commissies, via het college en de sportstichting, nader in studie zal worden
genomen. Wij wachten af hoe dit zich verder zal ontwikkelen.
De heer Van Gelder meende dat het CDA gevraagd zou hebben om een beleidsnota
van instellingen. Ik denk dat hij hiermee doelde op de beleidsnota die ter
sprake gekomen is bij het onderwerp "de Borg" In de raadsnotulen van 16 december
staat uitdrukkelijk genotuleerd dat niet wij gevraagd hebben om die beleidsnota,
maar dat de politiek verwante wethouder van de heer Van Gelder, de heer Kingma,
dat zelf ter sprake heeft gebracht.
Vervolgens heeft mevrouw Allard gevraagd om naast de wethouder van financiën
- en daarmee bedoelt zij kennelijk in de commissie die het herstruktureringsbeleid
gaat voorbereiden- een bekwaam ambtenaar te plaatsen. Ik begrijp niet goed wat
zij hiermee bedoelt, misschien kan dit nader toegelicht worden.
Er zijn een drietal moties op tafel gelegd. Het standpunt vanonze fraktie
t.a.v. de motie over de kernwapens heeft de voorzitter in zijn antwoord al
zo duidelijk verwoord, dat ik daar eigenlijk niets aan hoef toe te voegen; de
raad heeft indertijd een standpunt ingenomen, dus we hebben aan die motie
geen behoefte.
De heer Menne is, in zijn kwaliteit als wethouder van financiën begonnen ons te
antwoorden, maar ik zou toch nog meer willen weten over volgnr. 13. 2Q)2 op
- 44 -