7 maart 1983 wordt het percentage van 11% straks betrokken in uw notitie. Dan is er nog geen antwoord gegeven op de vraag,waarom een antwoord is gegeven in de beantwoording van het College op vragen die gesteld zijn in commissies, terwijl u nu dit antwoord geeft. Mocht uit de notitie blijken, dat u met mij van mening bent dat de 11% op levering van gas en elektriciteit onjuist is, gaat u dat dan over 1983 herstellen? Heer EBBERS: Mijnheer de voorzitter, ik zie het verschil nog steeds niet. Mijn voorstel is eigenlijk hetzelfcfe als dat van de heer Blaauw: ik wil nog eens over het lijstje praten, omdat ik een verschuiving in de bedragen toe wil passen. Heer OUDEMANS: Mijnheer de voorzitter, Ik had begrepen dat de heer Ebbers de bedragen als zodanig wilde veranderen en dat zou inderdaad iets anders zijn dan de heer Blaauw voorstelt. Als het gaat om een interne verschuving dan is het inderdaad identiek en heb ik er verder geen problemen mee. De kwestie van wat er in de commissie is gezegd, is mij niet helemaal duidelijk. In de commissie bedrijven is over deze kwestie van het percentage niet gesproken, dacht ik, waarbij de computer als argument gebruikt zou zijn voor de 11% Er is alleen gesproken over een gemiddeld percentage, wat uiteraard uit het zelfde totaalbedrag is samengesteld als de gedifferentieerde percentages die voorheen gebruikt werden. Het punt waar het om gaat is, dat de kosten van gemeentewerken moeten worden gedekt en dat dat voorheen dus met gedifferentieerd percentage gebeurde en in de commissie nu op 11% is gesteld. Heer VAN GELDER: Mijnheer de voorzitter, ik heb hier toch wel wat problemen mee. Er wordt hier door een aantal raadsleden betoogd, dat wat de wethouder zegt niet juist is. Ik denk dat wij toch duidelijkheid moeten hebben over de antwoorden die door het College gegeven zijn in de commissie-vergaderingen. Het is volgens mij inderdaad zo, dat vanwege de faciliteiten van het computer programma slechts één omslagpercentage kan worden gehanteerd en dat daarom voor alle opslagen hetzelfde percentage wordt berekend. VOORZITTER: Het gaat mij niet zozeer om de inhoud van de opmerking op dit moment, maar het gaat erom dat wij afgesproken hebben duidelijk in twee instanties met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren. Als er dan aan het einde nog een onduidelijkheid is, zoals u die nu signaleert, dan kan ik mij dat nog voorstellen, maar mijnheer Oudemans was midden in een zin en daar wordt doorheen gesproken. Daar heb ik bezwaar tegen. Heer VAN GELDER: Misschien kunt u wat duidelijkheid scheppen in de reden, of die nu in het computerprogramma ligt of ergens anders. Heer OUDEMANS Mijnheer de voorzitter, ik begrijp nu dat we over twee verschillende vergaderingen praten. Ik dacht dat het over de vergadering van de commissie bedrijven ging; mevr. Allard doelde op de commissie bedrijven ter behandeling - 62 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 87