- 4 -
21 juni 1984
a. De commissie welzijnsplanning, naar mij verteld is een a-politieke commis
sie, althans dat werd mij verteld in Proest, probeert een prioriteitenlijst
te maken. Februari 1983 werd daarover gesproken, maar om die prioriteiten
lijst te kunnen hanteren bij de ATB-procedure versnelt die commissie zijn
werken. Dat is één.
b. Vanaf februari 1983 zijn wij bezig met een ATB-procedure. Die moet voor
de jaren '84, '85 en '86 tot bezuinigingen leiden. In februari wordt voor
welzijn door het college, inklusief de wethouder welzijn, een opdracht ge
formuleerd, die voor '85 en '86 resultaten moet opleveren. Een ambtelijke
werkgroep houdt zich daarmee bezig, zoals ook elders in het gemeentelijk
apparaat. Die werkgroep, onder verantwoording van en onder leiding van de
wethouder, levert een eindresultaat in per medio maart en begin april. Daar
staan o.a. op: hogere rijksbijdragen, vergoeding herbezetting, compensatie
wachtgeldverplichting; dat is nog allemaal 1985, dat is geen enkele be
zuiniging. Overspringend naar 1986: bezuinigingseffekt herordeningsplan,
gedeeltelijke opbrengst kermispot, intrekken gelden Oranje-comitésDat
zijn geen bezuinigingen. Dat voorstel werd als onvoldoende ervaren. Wat
overbleef -hopelijk per '86 te verwachten- enige resultaten van nauw overleg.
Nu is er geen enkel resultaat en wat betreft de zogenaamde verdediging van
een herordeningsplan, is het ook hoogst dubieusOpleggen van die zaken aan
instellingen gaat moeilijk en daarbij legt met name de PvdA nog een zestal
eisen op tafel, alvorens het plan voor hen politiek aanvaardbaar zou zijn.
Ook de fraktievoorzitter van de PvdA twijfelde openlijk aan de haalbaarheid
daarvan. Mag dat dan wel gebruikt worden in de ATB-procedure? Wij denken van
niet. Als je naar de inleiding kijkt van de notitie met betrekking tot het
te voeren welzijnsbeleid, staat dat er geen ATB-procedure is. Er staat, hele
maal in het begin: "De effektuering van deze nadere uitwerking zal moeten
aansluiten op (de planning van) de ATB-procedure." Daar draait het om.
Het is voor mijn fraktie dan ook duidelijk, dat het college niet anders kon
doen dan constateren dat welzijn de opdracht niet kon uitvoeren, c.q. niet
wilde uitvoeren. Nu is het college nogal loyaal, om alsnog voor te stellen
tot oktober te zoeken naar mogelijkheden. Mijn fraktie kan daar op dit moment
nog mee accoord gaan, doch 1 oktober is wel een uiterste termijn, een fatale
datum. Een overschrijding van die termijnzal leiden tot politieke consequen
ties, die getrokken moeten worden. De VVD-fraktie gaat er wel vanuit dat de
opdracht alsnog wordt uitgevoerd op basis van de taakstelling van februari '84.
Wij praten dan over een taakstelling van de raad, niet een eigengemaakte
taakstelling. Wij willen het collegevoorstel volgen, maar eerst vernemen of
wij die termijn tot 1 oktober nog wel moeten ingaan, Is dat nog zinvol?