- 5 - 21 juni 1984 Is dat nog reëel? Daarom, mijnheer de voorzitter, via u enkele vragen aan de verantwoordelijke portefeuillehouder. a. Is de verantwoordelijke portefeuillehouder naar zijn mening in staat tot voldoende bezuinigingsvoorstellen te komen, gebaseerd op de taakstelling van februari en waar denkt hij dan aan, nadat ze er anderhalf jaar aan hebben gewerkt, dat ze nog ideeën hebben? b. als hij zich in staat acht, is hij dan ook bereid om die voorstellen te formuleren en wederom: waar denkt hij dan aan? c. is hij in staat zich daarbij te laten bijstaan door bij het onderwerp betrokken raadsleden? Die laatste vraag lijkt vreemd, maar bij herhaling, vanuit mijn fraktie en vanuit andere frakties, zijn er voorstellen gedaan die al veel eerder hadden kunnen leiden tot een voorstel hier voor bezuinigingen. Het vertrou wen is op dit moment dan ook nul. Ik heb februari net genoemd, toen zijn er al reakties gekomen vanuit mijn fraktie om te proberen welzijn op een redelijke wijze in de bezuinigingen te betrekken. Van het college in zijn algemeenheid willen wij vernemen of er weer ons niet bekende afspraken zijn gemaakt, zoals per 15 februari, toen plotseling bleek dat wethouders het college-voorstel mochten laten voor wat het was en mee gingen stemmen met de 'oppositie'. De VVD-fraktie staat erop dat de bezuinigingen worden gevonden. Daarna pas zijn wij bereid te praten over eventueel nodige lastenverhogingen, waarbij het college-programma leidraad is. Onder geen beding willen wij, omdat er onvoldoende is bezuinigd, de inwoners met een lastenverhoging geconfronteerd laten worden. Dan gaat iedereen de boot in, omdat er sektoren onvoldoende solidair zijn. Wij zullen dan ook accoord gaan met het college-voorstel de lastenverhoging uit het oorspronkelijke raadsvoorstel te laten. Nog een aantal kanttekeningen bij het voorgaande: wij willen opmerken dat de reakties en de bijdragen vanuit Georganiseerd Overleg en Medezeggenschap commissie door ons als uiterst positief zijn ervaren. Zoals ik al tijdens de commissie A.B.Z. in december heb aangegevenverwachtten wij veel van de inbreng vanuit het ambtelijk apparaat zelf. Gezien de overzichtlijkheid van werkwijze en resultaat, zoals dat blijkt uit de eindverslagen, was onze verwachting juist. Het ambtenaren-apparaat in Soest heeft in deze uit stekend gewerkt. Voor de verdere opstelling het volgende: Als we nu besluiten tot uitgaven doen, investeren, zijn die bedragen 'hard'. Dat kan alleen als er 'harde' bezuinigingen tegenover staan. De totaal-opdracht is echter nog niet bereikt zodat de totaallijst aan investeringen niet nu kan worden afgewerkt. Tot

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 126