- 14 -
21 juni 1984
afgesproken procedure niet te herinneren en vragen dan plotseling weer om
andere gang van zaken. Ik heb dan ook - dat was niet alleen de PvdA die dat
ooit gedaan heeft, mijnheer Verheus - in de commissie financiën CDA en VVD
gezegd, dat ze bang zijn om nu eindelijk de knoop eens door te hakken. Maar,
mijnheer de voorzitter, als het college -en ik denk dan toch vooral op basis
van die commissie financiën van juni- concludeert dat er een raadsmeerder-
heid blijkt te zijn die inderdaad meer dan tromgeroffel heeft laten horen
en schielijk retireert, dan breekt toch echt mijn klomp. De Soester politiek,
dat zijn wij allen, heeft onder uw aanvoering de Soester burger de werkelijk
heid van de gemeentefinanciën weten te laten aanvaarden. Wij hebben de ambte
naren, maar ook de burgers in commissies en instellingen en sportorganisaties
opgezweept tot het leveren van een stuk werk dat hun een formidabele
inspanning heeft gekost. Zij hebben dat gedaan in het vooruitzicht in juni
dan te weten hoe de nieuwe basis van de Soester financiële verhouding zou
zijn, ook dat speekt heel duidelijk uit de brief van de medezeggenschaps
commissies. Maar goed, tussen 7 en 15 juni voltrekt zich dan een voor nage
noeg iedereen obscure besluitvorming en daar ligt dan een slap aftreksel van
een goed voorstel en het vooruitzicht dat we nog minimaal 4 maanden moeten
doormodderen. U mag zich gelukkig prijzen met de loyaliteit -geltikkkig al
meer genoemd vanavond - van uw ambtenarenkorps, mijnheer de voorzitter. Want
als er één groepering is die het recht heeft om zich stevig op te winden
over dit staaltje van week bestuur, dan zijn uw ambtenaren dat.
Ik laat het maar in het midden of er sprake is van een knieval voor het CDA
of voor de VVD of voor beide, want dat "ligt dan ook weer in die bekende
boezem van het college. Ik verwijt het college die knieval in ieder geval wel
De koppeling tussen bezuinigingen en investeringen, eerst wel en nu weer niet
gewenst, verschuift u naar september, zonder te weten of die dappere en
krachtdadige frakties dan wel op uw investeringsvoornemens willen inspelen.
Als ik mijnheer Verheus zo hoor over de basisprognose bijstellen en een
meerjarenbeleidsplan dat eerst nodig is, dan betwijfel ik dat ernstig.
Trouwens, in de commissie a.b.z. heb ik al gevraagd of die basisprognose nu
vanavond hier kon zijn, want dan hadden we al wat verder kunnen zijn. Die heb
ik niet gezien, maar misschien helpt het meer als mijnheer Verheus het vraagt
U brengt die voorstellen straks in september, mijnheer de voorzitter, terwijl
u het nu al tamelijk over de kling gejaagde ambtenarenapparaat vast krediet
aanvragen voor diezelfde vergadering laat voorbereiden. Ik vind dat een
soort wankelmoedig bestuur, waar ik mij eigenlijk voor schaam en ik vind dat
de politiek in deze gemeente vandaag een slechte beurt maakt.
Uit de commissievergaderingen is u bekend dat ik bereid was uw verdergaande