- 43 -
21 juni 1984
stemmen over de voorstellen, echter niet nadat ik heb vastgesteld dat
het voorstel Pothuizen is ingetrokken, klopt dat"5
Heer POTHUIZEN: Ik kan de uitslag van de stemming wel vaststellen, dus om
daar nu nog eens de tijd mee te gaan verdoen, lijkt mij zinloos.
VOORZITTER: Dan stel ik nu de motie Visser aan de orde. Alleen de heer
Visser is voor, de motie is derhalve verworpen.
Dan gaan wij nu over tot het stemmen over de voorstellen.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, één vraag is nog niet beantwoord.
Er is wel gereageerd met betrekking tot het woonwagenschap, we hebben alleen
aangegeven dat we daar wachten op voorstellen, maar wij hebben gezegd dat
wij in die sektor de bezuiniging die daar gevonden moet worden gewoon zien
komen, maar dan niet accoord gaan met een extra bezuiniging op die externe
adviezen. Daar heeft u niet op gereageerd.
VOORZITTER: U stelt voor om niet extra te bezuinigen op de externe adviezen.
Dat is een voorstel van uw kant. daar heeft u geen reaktie over gehad van
het college.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, op gevaar af dat, omdat we dit niet hebben
besproken tijdens de schorsing, ik een minderheidsstandpunt ga innemen
denk ik dat wij als college ons voorstel wel moeten handhaven.
VOORZITTER: Dan gaan wij nu over naar de stemming en dan kom ik bij het
le voorstel, zoals dat geformuleerd is onder I.
Heer VAN GELDER: Ik zou daarover een stemverklaring willen geven. Wij
gaan accoord met de voorstellen, met de aantekening dat wij van mening zijn
dat binnen gemeentewerken en binnen de politie de taakstellende bezuinigingen
niet gehaald zijn.
Heer VISSER: Binnen welzijn ook niet, maar ik denk dat we daar rekening mee
moeten houden dat, nu geen een sektor het gehaald heeft, het ook procents-
gewijs van welzijn afgaat. Ik wil graag een stemverklaring afleggen mijnheer
de voorzitter, voor wat punt I. betreft kan ik alleen meegaan voor 1985, het
bedrag dat u noemt in punt 5, voor 1986 en 1987 dus niet.
Heer POTHUIZEN: Met betrekking tot uw voorstel Iga ik accoord. Uw voorstel
II. betreft de procedure en daar heb ik mij, dacht ik, duidelijk over
uitgelaten, daar ga ik dan ook niet mee accoord. Ik heb steeds het voornemen
gehad om mee te stemmen met uw voorstel III. maar ik had zo graag een wat
ander antwoord gehad van wethouder Oudemans over het stopzetten van de
werkzaamheden aan het milieubeleidsplan. Dat maakt wel onverbrekelijk onder
deel uit van dit voorstel en dan zeg ik dus nu maar: nee.
VOORZITTER: Ik constateer het volgende. Het voorstel Iis aangenomen met