- 16 -
20 september 1984
lOk. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de herinrichting
van de Rademakersstraat
VOORZITTER: Dit voorstel is op speciaal verzoek gewijzigd. Zijn daar nu nog
verder problemen over?
Heer VISSER: Ik wil het toch nog hebben over de belanghebbenden. De heer Menne
geeft natuurlijk dezelfde inhoud aan dat woord als ik, maar dan wil ik hem
toch voorspiegelen wie dat dan zijn in Soesterberg. Dat zijn namelijk niet
alleen de groepen die genoemd worden in het oude raadsvoorstel, waarvan u
oorspronkelijk dacht om daar geen overleg mee te plegen, dus de vereniging
Soesterbergs Belang en de plaatselijke middenstand. Dan heb je al twee van
die belanghebbenden. Mag ik veronderstellen dat u, nu u die woorden niet meer
gebruikt, verstaat onder belanghebbenden: a. de middenstanders die daar wonen
b. de mensen die op de diverse commissievergaderingen de afgelopen week
hebben ingesproken, waarbij ik met name denk aan de vereniging Soesterbergs
Belang en als we nu echt over belanghebbenden praten dan is dat c. die
hele bevolking die gebruik maakt van de Rademakersstraat. Ik neem aan dat
u niet van plan bent om al die belanghebbenden te gaan enqueteren over hoe
ze die straat ingericht zouden willen zien, dat zou een langdurige geschiede
nis worden. Dat er nogal wat aan het plan ontbreekt, met name de voetpaden
die voor de benzinepompen langs lopen of de fietspaden die ervoor langs lopen,
is duidelijk. Het is ons de afgelopen week duidelijk geworden hoe gevaarlijk
de situatie is die u creëert in het oude plan. De groep belanghebbenden, waar
hier zo nonchalant mee geschermd wordt, is toch wel een groep die vrij groot
is. Als u mij geruststelt, dat u onder belanghebbenden in ieder geval verstaat
de middenstanders die er wonen en de vereniging Soesterbergs Belang, dan ben
ik gerustgesteld.
Heer EBBERS: Waarom de laatste, mijnheer Visser?
Heer VISSER: Precies, daar heb je nu het misverstand over belanghebbenden,
want ik weet dat de heer Ebbers helemaal niets van de vereniging Soesterbergs
Belang moet hebben en daarom wil ik van het college horen wat zij verstaan
onder het woord belanghebbenden.
Heer BLOM: Voorzitter, de opmerkingen over het plan vanuit Soesterberg zijn
in diverse commissies erg duidelijk naar voren gekomen. Uit de stemming in
die commissies heb ik in ieder geval overgehouden dat algemeen de wensen die
daar zijn geuit als zeer gerechtvaardigd werden gezien. De principe-uitspraak
in de commissie R.0. en verkeer is geweest, dat daarmee zoveel mogelijk reke
ning zou worden gehouden en dat het plan, zoals dat er lag, in die zin ook
geamendeerd zou kunnen worden en zou kunnen leiden tot een ander plan, zij
het dat over de omvang van beschikbare kredieten op dat moment uiteraard