- 10 -
25 oktober 1984
Heer VISSER: De zorg voor de toekomst van de heer Van Logtenstein daar heb
niet zoveel vertrouwen in, mijnheer de voorzitter, ik had het liever van het
college gehoord, maar ik begrijp dat de heer Oudemans meer belang hecht aan
de werkgelegenheid dan aan de zuivere grond waarop die werknemers moeten
werken. Als je 16,3 miljoen besteedt aan werkgelegenheid, dan zou het beter
zijn dan wanneer je 16,3 miljoen moet besteden aan het schoonmaken van
het milieu. Ik vind het jammer dat u geen maatregelen treft om in de toekomst
dit soort dingen te voorkomen en dat had ik wel graag van uw kant willen
horen, maar ik begrijp dat u daar geen ideeën over hebt; ik had ook niet
anders verwacht.
Heer EBBERS: Voorzitter, ik mag dus nu constateren, dat de werkgelegenheid
de heer Visser niets aangaat.
Heer VISSER: Natuurlijk wel, maar niet ten koste van het milieu en de grond
waarop wij leven en de lucht die we inademen, want dan heeft werkgelegenheid
ook geen zin. Ik had graag van het college gehoord dat u uw milieu-organisa
tie zou reorganiseren en dat uw ambtenaren niet achter het bureau zouden
blijven zitten om dit soort dingen op te stellen, maar dat ze erop uit gaan
om te voorkomen dat er in Soest grond verontreinigd wordt. Dat zou ik willen
aanbevelen
Heer POTHUIZEN: Een kleinigheidje nog, anders dan de heer Visser overigens,
heb ik alle vertrouwen in degene die op dit moment in de gemeente zich met
milieu-werkzaamheden ambtelijk bezighoudt. Ik wil even terugkomen op een
opmerking die de heer Oudemans maakte en die mijnszins nu net even dat
accentje tekent waar we hier met z'n allen tegenaan zitten te duwen, dat is
waar de heer Oudemans zegt dat het eerste initiatief toch wel bij de Provincie
vandaan moet komen. Ik geloof dat het niet zo moet zijn, mijnheer Oudemans.
Als er iets is, waar de gemeente nu het eerst zou kunnen zijn, zou moeten
zijn, dan is het bij dit soort zaken.
Heer VAN GELDER: We kunnen er lang en kort over praten, kort lijkt me beter,
ik zou nog even in willen gaan op de opmerking met betrekking tot de tekst
van het voorstel. Ik heb gevraagd of u in de toekomst geen aanvullende
brieven wilt sturen met een toelichting op het raadsvoorstel. U heeft
prachtige tekstverwerkers, etc. en u kunt het dus gewoon in de tekst ver
werken. We krijgen wel vaker hetzelfde stuk met een kleine wijziging, dus
als we dat nu een keer vragen dan kunt u dat toch gewoon doen. Het gaat er
niet om dat ik niet vind dat het standpunt dat u in de aanvullende brief
heeft verwoord, geen verduidelijking geeft. De vraag is alleen of u dat
voortaan in het raadsvoorstel wilt doen.