- 25 -
25 oktober 1984
aantoonbaar in een behoefte kan voorzien". Op blz. 3 praat u in het
stuk over de methode van systematische afweging, maar aan een rangvolgorde
van aktiviteiten en voorzieningen hebben wij vooralsnog geen behoefte. Er
is ons toegezegd in de commissie welzijn dat wij in een vroeg stadium daar
over een diskussie kunnen voeren, duidelijk voor ons is, dat altijd -en
uiteindelijk moet dat- een politieke afweging in deze raad mogelijk moet
zijn. Op blz. 11 spreekt u over de commissie welzijnsplanning in de
huidige verordening; ik ben het eens met wat de heer Krijger gesteld heeft,
want nog steeds werkt de commissie welzijnsplanning niet zoals zij zelf
en de raad zou wensen en zoals voor ogen stond bij de instelling van deze
commissie. Dit jaar waren er vooral de nodige strubbelingen en irritaties
over en weer. Wij vragen van u de toezegging dit bespreekbaar te maken in
de commissie welzijn en wellicht, omdat het om een verordening gaat, in de
commissie a.b.z. Wij willen nog eens benadrukken, mijnheer de voorzitter,
dat al hetgeen hier in Soest tot stand kwam uit partikulier initiatief,
door en met vele vrijwilligers, onze volle waardering verdient. Wij willen
dat graag handhaven. De overheid moet slechts een voorwaarde scheppend
beleid voeren. Tenslotte hopen wij dat, nu de hoofdlijnen geformuleerd zijn
de uitwerking spoedig volgt, zodat iedereen weet waar men aan toe is met
ons welzijnsbeleid, juist in deze tijd, waarin niet alles meer kan.
Heer POTHUIZEN: Ik was erg blij met uw ordevoorstel, mijnheer de voorzitter
om eerst de hoofdlijnen maar te behandelen, want uit de volgorde waarin het
stuk was samengesteld had ik even een beetje het gevoel alsof het er maar
bij hing en alsof het een verplicht hinderlijk, maar helaas onvermijdelijk
stukje beleidsvisie was. Het onderwerp is belangrijk genoeg om er een
beleidsvisie over op te stellen, zelfs als je niet toevallig ook over een
bezuinigingsvoorstel moet praten. Nu hoop ik maar dat deze hoofdlijnen
levensvatbaar ziijn, daar heb ik, gelet op de sprekers van met name CDA en
WD eerder in de commissievergaderingen en nu weer, toch maar een beperkt
vertrouwen in. Als er dus een welzijnsplan komt, wat zou moeten, dan hoop
ik daar de hoofdlijnen zoals ze nu luiden nog steeds te kunnen herkennen.
Want zoals ze nu luiden kan ik ze onderschrijven en zie ik er mogelijkheden
in om met zoveel mogelijk behoud van het voorzieningenpei1 toch tot een
lager bijdrageniveau in deze sector te komen. Woorden als 'wollig' worden
gebruikt om onwelgevallige delen aan te duiden, ik kan niet vinden dat nu
nog de tekst te wollig zou zijn. Hetgeen hier voorgesteld wordt is beleid
dat je wilt of niet; ik heb er geen bezwaar tegen. Praten over de commissie
welzijnsplanning is wellicht goed, anders dan anderen moet ik zeggen dat
een prioriteitenafwegingsmechaniek iets is,waar wij als raad op een