- 21 -
17 december 1984
Bevordering van de eigen verantwoordelijkheid en het partikulier initiatief
is in het welzijnsbeleid van groot belang. Het stemt ons dan ook tot
tevredenheid dat hieraan in de hoofdlijnen veel aandacht wordt besteed.
Vele inwoners van onze gemeente zijn aangewezen op hulp van de sociale
dienst. Vooral de 'bijstandsontvangenden' hebben moeite om rond te komen.
Dit vraagt de aandacht van de gemeentelijke overheid, hoewel er gewaakt
moet worden niet te treden in de taak van de landelijke overheid. Maar toch
heeft de gemeentelijke overheid hierin een duidelijke taak. Zij kan zorgen
dat de gemeentelijke tarieven en heffingen zo laag mogelijk gehouden worden.
En dan bedoelen we niet zozeer om de diensten zo min mogelijk kostendekkend
te laten zijn, maar deze diensten zo efficiënt mogelijk te doen plaatsvinden.
En ook alleen te laten betalen voor hetgeen waarvan gebruik wordt gemaakt.
Om de burgers tegemoet te komen in deze moeilijke tijden zal er gedacht
moeten worden om het deel van de winst van het gasbedrijf dat overgeheveld
wordt naar het reservefonds, ten goede te laten komen aan de kleinverbruikers.
Bij de behandeling van de begroting van het gasbedrijf hopen we hierop terug
te komen.
Mijnheer de voorzitter, er ligt weer bijna een jaar achter ons. Een jaar
van veel werk voor de ambtenaren, het college en de raad.
Wij zijn van mening, dat de inspanning niet voor niets is geweest, maar dat
we tevreden mogen zijn met het bereikte resultaat, namelijk een sluitende
begroting met zelfs een incidenteel begrotingsoverschot en een meerjaren
raming. Mijnheer de voorzitter, voor één punt willen wij nog uw aandacht
vragen. Wil een raadslid zijn werk goed doen, dan moet er voldoende tijd
zijn om de stukken te bestuderen. Wij zijn van mening, dat in veel gevallen
de tijd tussen het ontvangen van de stukken en het bespreken ervan te kort
is. Als voorbeeld wil ik geven het ontvangen van de begroting die nu binnen
6 weken behandeld wordt met daarnaast nog vele andere zaken, zoals de
meerjarenbegroting, de bouw politiebureau, welzijnsbezuinigingen, het rapport
Berenschot, doortrekking Koningsweg, voorlopige jaarrekening 1983 en dan
heb ik nog niet eens alles genoemd. Mijnheer de voorzitter, de meeste van
de raadsleden hebben een normale dagtaak met het raadslidmaatschap erbij.
Het lijkt ons goed deze zaak in de commissie a.b.z. eens te bespreken.
Tenslotte wil ik, mijnheer de voorzitter, u, alsmede de wethouders met hun
medewerkers en alle raadsleden Gods zegen op hun werk van harte toewensen.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, als de vorige sprekers zich gevoegd
hebben naar uw verzoek, hebt u nu 16 A4-tjes horen voorlezen, maar het
kunnen er best meer geweest zijn. Mijn verzoeknummer zal in ieder geval wel