- 38 - 17 december 1984 informatie te verstrekken over de werkelijke bouwkosten en ten derde te bezien of er meer zekerheid in Den Haag zou kunnen worden verkregen. Daarover zou getracht worden u tijdig te informeren en ik ben blij dat dat gelukt is. Desalnietemin bleek toch wel, dat de brief kennelijk nog niet geheel duide lijk is. Behalve dat er een verzoek is van de PvdA-fraktie om over een paar specifieke punten nader van gedachten te wisselen als het gaat over aannemers keuze en bouwkosten -en dat overleg moet er zeker komen- is er toch over de financiering en over het bouwjaar onduidelijkheid. Het college heeft mij dan ook verzocht om nog eens blz8 van de meerjarenraming open te leggen, omdat daar misschien een formulering instaat, die enige onduidelijkheid met zich mee zou kunnen brengen. (de heer Blom is de vergadering ingekomen) Op blz. 8 staat bovenaan de budgettaire ruimte over 1985, 1986, 1987 en 1988. Daaronder staat een rijtje 'beslag nieuw beleid'. Wat betekent dat beslag nieuw beleid? Dat betekent, dat dat het investeringsprogramma is dat u hele maal achterin op de laatste blz. vindt. In die jaren is het complete inves teringsprogramma uit te voeren en dan blijft er ook nog geld over. Dat betekent 'uitkomst begroting', namelijk een overschot; dat is dus over, nadat het investeringsprogramma is gerealiseerd zoals we dat nu inschatten. Dan ziet u -en daar gaat het nu om bij de oplossing- dat, waar met name de WD het bezwaar naar voren bracht dat, als je in 1986 al de last zou leggen, het overschot van 72.000,= wel zwaar zou worden belast. Met andere woorden, als je het stelt op 70.000,=, mogelijkheid 3, dan zou er eigenlijk een nul positie uitkomen en als het meer is, dan komt er een min-positie uit. Vandaar dat de VVD vroeg om een later aanvangsjaar voor het opnemen van de jaarlasten en niet in 1986 al. Dat hebben wij in het overleg binnen het college de dag na a.b.z. heel zorgvuldig besproken, dat hebben we gerelateerd aan de tweede opmerking die gemaakt is over het betrekken van de bouwrente bij de stich tingskosten en de voorfinancieringsrente, voor zover die er is, zodat je -zoals bij veel bouwprojekten gebeurt- als je met het bouwprojekt klaar bent, de totale stichtingskosten ziet en vanaf dat moment -dus van het betrekken van het gebouw- een bepaalde jaarlast berekent en die gaat meenemen. Als je dat doet, dan zie je dat je -er zijn drie mogelijkheden, van 170.000,= tot 70.000,= jaarlast- dat makkelijk kunt betalen omdat in 1987 er 527.000,= is voor jaarlasten, extra boven het investeringsprogramma en voor 1988 ook. Met andere woorden: het college vond het volstrekt verantwoord om op deze wijze in de brief aan u te berichten, waarbij we dus gelijk in gingen op het verzoek om de werkelijke stichtingskosten zichtbaar te maken. Dan moet er nog een keuze gemaakt worden tussen de mogelijkheden die er zijn, 170.000,=, 100.000,= of 70.000,= enerzijds of wat het college dan het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 323