- 22 -
19 december 1984
afschaffen voor alle commissies, maar ik denk dat wij ons toen niet gereali
seerd hebben welke commissies daaronder vielen. We zijn er nu achter gekomen
hoeveel werk deze mensen verzetten, die nemen daar vaak een halve dag voor
vrij. Ze doen dit ook uit een sociale bewogenheid, als we naar de andere
commissies kijken dan zijn er vaak mensen bij die een affiniteit hebben met
datzelfde werk door hun hobby of hun werk. Wij zouden u willen vragen om deze
commissie wel presentiegeld te willen geven.
Heer VISSER: Ik zou hieraan willen toevoegen dat die vergadering om de 14
dagen van de commissie van bijstand te vergelijken is met de commissie wwv/
rww en die presentiegelden staan helemaal niet op de tocht. Dat gaat gewoon
door omdat die gelden uit Den Haag komen en de leden van die commissie
krijgen dus straks wel gewoon hun presentiegeld. Dan is het natuurlijk raar
dat de leden van de commissie van bijstand, die alleen uit een andere kas
betaald krijgen, straks hun geld niet meer krijgen. Het werk, om de 14 dagen,
is identiek aan dat van de commissie wwv/rww. Ik ondersteun het verzoek om
de presentiegelden toch maar uit te keren aan deze mensen.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, ik had deze diskussie verwacht, maar
niet op deze plaats, want er staat in de begroting gewoon een bedrag opgevoerd.
Wat mij betreft betekent dat alleen maar dat dit college ook in 1985 voor
presentiegelden in aanmerking komt, anders zet je het niet in de begroting.
Op alle andere begrotingsposten in hfdst. 1 is het weggevallen. Als er dan
vervolgens brieven worden uitgestuurd die helemaal niet blijken te sporen met
de begroting, maakt dat het verschijnsel alleen maar erger. Ik heb inhoude
lijk met de gedachte die geuit wordt geen moeite, maar ik begrijp de diskus
sie op dit moment niet helemaal.
Wethouder KINGMA: Waar het gaat om presentiegeld voor de leden van het colle
ge van de bijstand is er, zoals dat wel eens vaker gebeurt, wat fout gelopen.
Er had een streepje moeten staan bij de raming voor 1985, overeenkomstig de
besluitvorming. De inhoudelijke argumenten vind ik heel begrijpelijk en
logisch, maar dan kan ik beter het woord aan de voorzitter geven over de
afweging die we hebben moeten maken ten aanzien van het totaal aan commissies
die een vergoeding krijgen. Er wordt in de raad ook verschil gemaakt, mevr.
Blommers zegt dat de commissie woonruimteverdeling er ook bij hoort, mijnheer
Verheus vindt dat weer niet. Vanuit mijn kennis van beide commissies heb ik
het idee dat de problematiek weliswaar verschillend is, maar voor alletwee
erg zwaar, erg arbeidsintensief. Uit dien hoofde zie ik tussen die twee geen
verschil
VOORZITTER: Het hele college staat achter het voorstel van mevr. Blommers.
Ik constateer dat ook de raad akkoord is, dus de presentiegelden voor die