- 45 -
19 december 1984
Nu de brief van 7 december, waarin u een aantal dingen noemt waar u eenmalig
een post voor wilt opvoeren. Wij kunnen akkoord gaan met al uw ideeën,
behalve die om het Nederlands Bachensemble 10.000,= te geven. Wij vinden
het onvoorstelbaar, dat een verzoek om subsidie van een instelling, die
weliswaar een keer een zeer geslaagd concert hier heeft gegeven, maar die
zeker niet de enige muzikale instelling in de gemeente is, ook niet de
enige muzikale instelling die wel eens Bach, Scarlatti of Handel speelt,
gehonoreerd wordt. Ik denk dat een beetje overdreven is nadat we van alle
verenigingen net dat beetje ruimte hebben afgehaald waardoor ze verantwoord
concerten konden geven, om nu ineens eenmalig, zonder motivatie, zonder dat
er een stuk in de leeskamer lag, ƒ10.000,= te voteren op grond van het
feit dat 1985 een internationaal muziekjaar is. Het is volgend jaar ook
internationaal jeugdjaar en dan had ik ook graag daar een post voor willen
zien
VOORZITTER: Ik stel voor de diskussie even op te schorten.
De vergadering wordt geschorst om 18.00 uur.
De voorzitter heropent de vergadering om 19.00 uur.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik heb begrepen dat de heer Krijger zich in de
meerjarenramings- en investeringsvoorstellen wel kan vinden, dat hij het
toejuicht dat er nu een dergelijk instrument is en dat bijstelling van jaar
tot jaar van belang is. Mijnheer Verheus heeft gezegd dat waakzaamheid dient
te worden betracht voor de periode na 1986. De rijkskorting is er t/m 1986
en eigenlijk geeft die val in 1986 min of meer de richting aan van het niveau
dat daarna zou kunnen bestaan. Op blz. 8 ziet u een overschot van 72.000,=
voor 1986, maar in de jaren daarna is het overschot hoger en dat komt omdat
op de jaren 1987 en 1988 nog geen rijkskorting drukt, waarmee inderdaad
rekening dient te worden gehouden. Ik kan instemmen met de gedachte om de
5 miljoen saldireserve te koppelen aan een indicering van de bekende 4%. Het
bedrag kan ook dan meegroeien. Als we dan komen bij de voorstellen op blz.
12 van de meerjarenraming dan kan ik met mijnheer Verheus meegaan als hij
zegt dat er weliswaar staat dat er dient te worden ingestemd, maar er moet
wel een schuifmogelijkheid blijven. Voor wat betreft III. dient de voort
schrijdende meerjarenraming ook voor die flexibiliteit te zorgen en er dient
van jaar tot jaar een mogelijkheid tot bijstelling met betrekking tot inves
teringen -voor nieuw beleid, alswel vervanging- te zijn. Daar kunnen wij
volledig mee instemmen, wij hebben dat in andere bewoording eigenlijk al
aangegeven. U bent pas dan gebonden aan investeringen onder III. indien er
daadwerkelijk voorstellen worden voorgelegd en door u gehonoreerd. Eerder niet