- 40 -
26 januari 1984
Vandaar ook dat wij in vele commissies R.0. iedere keer weer met dat voor
stel komen en ik zou het zeer op prijs stellen als de vertegenwoordigers
uit de fraktie die nu blijkbaar tegen is, dat ook in deze commissie aan de
orde stellen.
Heer KRIJGER: Een deel van de fraktie is tegen, maar een deel van de fraktie
heeft ook eerder gepleit om die hele Zoneverordening nu eindelijk eens serieus
ter diskussie te stellen, want elke keer aanlopen tegen afwegingen op korte
termijn lijkt ons een verkeerde manier van werken. We hebben de laatste tijd
veel voorstellen gehad van bedrijven die er twee jaar zaten en toevallig
ontdekt werden, deze zit er vijftien jaar en wordt nu ontdekt.
Wethoude PLOMP: Voorzitter, er wordt door de heer Krijger gezegd dat het tijd
wordt om de Zoneverordening eens uitgebreid ter diskussie te stellen, ik dacht
dat ik in de commissie R.0. dat kort geleden had gedaan en dat daar uitge
breid is afgesproken wat we ermee gaan doen.
V00RZITTER: Het voorstel wordt met drie stemmen tegen aangenomen.
21. Voorstel tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 1 van
de Zoneverordening Hinderwet ten behoeve van het oprichten, in werking
stellen en in werking houden van een supermarkt op/in het perceel Van Weede-
straat 41.
Het voorstel wordt zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
22. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond verklaren
van het door Wolters Bemiddelingsbureau ingesteld beroep tegen de weigering
van een bouwvergunning.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer de voorzitter, een toelichting is niet nodig,
dit stuk spreekt voor zichzelf.Wel een nadere motivering van een punt dat
al genoemd is in het voorstel dat ik misschien mag doortrekken naar de
voorstellen 24 en 25, Het is natuurlijk voor alle partijen erg onbevredigend,
zowel voor de gemeente, als voor de betrokkene dat er zaken zijn die al sinds
1961 in bestemmingsplannen zijn geregeld en ik kan nu hoogstens het college
vragen om toch met voortvarendheid die zaken te gaan aanpakken om wat duide
lijkheid te creëren voor dat hele gebied.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, het is de heer Van Logtenstein
bekent^ dat wij ieder jaar het werkplan R.0. vaststellen. Over het werk van
ruimtelijke ordening van het afgelopen jaar was volkomen eenstemmigheid met
betrekking tot die gebieden in Soest die aan de orde zouden worden gesteld.
Als er met betrekking tot de gebieden die mogelijk voorrang zouden moeten
hebben in het volgende werkplan bepaalde wensen zijn, dan wacht ik die
gaarne in op het moment van de behandeling van het volgende werkplan.