- 12-
15 februari 1984
Wij moeten beleid maken, wij als gemeenteraad en het college. We zijn al een
aantal jaren bezig met een her-oriëntatie om te kijken waar we de noodzake
lijke financiële ruimte kunnen vinden om die dingen, die blijven liggen c.q.
in de toekomst zullen moeten worden gedaan, te kunnen betalen. Dat proces is
niet altijd met evenveel succes verlopen. Wij zijn er voorstander van geweest
om een procedure te kiezen, waarbij de raad eerst de prioriteiten aan zou
geven en op grond daarvan zou het college dan verder uit kunnen werken hoe
de bezuinigingen dan zouden moeten worden verdeeld over de verschillende
sektoren. Dat leek te gaan lukken, u heeft toegezegd een voorstel te doen
voor een verdeling. Dat ligt er ook, ik kom daar straks op terug. Met ver
bijstering stel ik vast - ik ga nu in op het amendement dat door de VVD en
het CDA is ingediend - dat men terugdeinst voor het maken van dat beleid.
Sr zijn twee mogelijkheden: of de WD en het CDA staan achter het voorstel
dat door het college is gedaan, dat zou men kunnen concluderen uit het feit
dat ze geen wijzigingsvoorstellen hebben gedaan; of de VVD en het CDA maken
geen keuzes, geven niet aan waar hun politieke prioriteiten liggen en
bereiden nu vast een terugtrekken voor uiteindelijke keuzes voor, door het
amendement op het collegevoorstel dat net is ingediend. Een dergelijke
handelwijze door de politieke partijen in de raad kan niet anders dan leiden
tot continuering van het hap-snapbeleid dat mijnheer Krijger in een inter
view voor de Gooi- en Eemlander zo verwierp. Ik vind het jammer dat dit lijkt
te gaan gebeuren. Mijn fraktie heeft daarentegen wel degelijk een mening
over de voorstellen zoals die door u zijn ingediend. Wij hebben daar in
onze fraktie een politieke weging op proberen los te laten, hoe moeilijk
dat uiteraard ook is, op globale cijfers, maar wij hebben naar die punten
gekeken vanuit onze politieke prioriteitsstelling. Met betrekking tot de
toelichting die u heeft gegeven; wij vinden die betrekkelijk summier. Toch
blijkt uit de brief die u heeft geschreven wel ongeveer hoe uw prioriteits
stelling heeft gelegen en hoe uw keuze.tot stand is gekomen.
Met betrekking tot uw voorstel hebben wij de volgende opmerkingen; ten aan
zien van het bestuursorgaan, de mate waarin u de uitgaven verplichtend vindt,
vinden wij, naar de burgers toe die getroffen zullen worden door de bezuini
gingen die wij gaan voorstellen, eigenlijk niet geheel te verdedigen. Als u
stelt dat op grond 2,78% 92.000,= zou moeten worden bezuinigd en dat wordt
10.000,= dan zou ons verzoek zijn aan het college; probeer maar eens
voorstellen te doen om voor 55.000,= meer op bestuursapparaat te bezuini
gen en laten we eens kijken of er vanuit de raadsleden ten aanzien van
onkostenvergoedingen of andere kosten geen modus te vinden is dat wij ook
ons steentje bijdragen. Om u een indikatie te geven als wij daartoe zouden