ie
d s
ondanks
bij ons
het
andere
hande-
t
goed
een
een
P
n zou
in deze
i naar
[at met
ite
beslag
il dui-
1 het
.aten
n een
jn
zullen
ie heer
nli jk
eigen
en
ssing;
e
- 5- 26 januari 1984
opmerking maken, dan beantwoord ik daarmee meteen de heren Krijger en
Van Gelder. Bij de exacte installatie en alles wat daar verder mee samen
hangt zal bekeken worden of de uiteindelijke uitgave nog wat terug kan
worden gedrukt. Als je precies de opstelling vindt, ook gelet op de
huisvesting en al dat soort zaken die een rol spelen bij de uiteindelijke
installering van deze zaak, dan is dat wellicht mogelijk. We zullen het
zo goed mogelijk begeleiden en we zullen in ieder geval proberen nog wat
goedkoper uit te komen. We hebben in ieder geval een bovengrens, dat is
zeker. Ik zeg u toe dat wij als stuurgroep die zaak verder zorgvuldig
zullen begeleiden en ik zeg u ook toe dat, als het nodig is, wij in de
commissie terugkeren als er toch nog essentiële wijzigingen komen, waarvan
wij zeggen dat het verstandig is om die te bespreken met u. Uiteraard
zullen wij u op de boogte houden van de gang van zaken. Het moet natuurlijk
aan de heer Van Gelder wel een beetje worden toegegeven, dat we fatsoen
lijk opereren tegenover derden waarmee we zaken doen. Dat is natuurlijk zo,
maar we hebben die afspraak gemaakt dat er eerst een behoorlijke strukturele
ruimte moet zijn en daar wil ik mij aan houden. We hebben met elkaar afge
sproken dat we de bijl laten vallen na de besluitvorming rond de bezuini
gingen in februari
Heer KRIJGER: Ik wil toch nog wel iets naders weten met betrekking tot
het probleem huisvesting, of dat autonoom nog kan,gezien de regelmatige
berichten dat de registratie op een heel andere wijze kan gaan plaatsvinden.
VOORZITTER: Dat is een punt. Het is natuurlijk steeds zo dat er regelmatig
wijzigingen te verwachten zijn in voorschriften, ook als je het eenmaal
hebt. Je probeert natuurlijk de laatste wijzigingen mee te nemen, maar op
een gegeven moment moet je de knoop doorhakken. Als definitief het moment
aangebroken is, waarop we niet meer terug kunnen, er niet meer gewijzigd
kan worden, dan ga je nog één keer bij jezelf te rade: hoe is de situatie
ten aanzien van de wetgeving voor dit soort zaken en spelen we daar
voldoende op in, gaan we te ver of schieten we te kort? Als het zover is,
dan overleggen we nog een keer in a.b.z.als we nog moeten bijstellen.
Heer EBBERS: Voorzitter, het gaat er in feite om, dat er mogelijk van de
zijde van de rijksoverheid een toewijzingsbeleid zal worden voorgeschreven
met een landelijk gelijk systeem. Als u nu gaat werken met een programma
dat geschreven is op hetgeen we nu hebben, dan zou het kunnen zijn dat we
straks weer een ander programma moeten hebben.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, ik ken al geruime tijd zo de voornemens van
de bekende staatssecretaris, die zich daarmee bezighoudt en we hebben
geruime tijd geleden een modelverordening gekregen wat betreft de woonruimte-
ives-
wordt
1 de
fijn
mier
een
DO t