- 28 - 15 februari 1984 Is de raad het ermee eens dat we eerst met II. beginnen? Heer VERHEUS: Ik denk inderdaadmijnheer de voorzitter, dat het toch correct is wat de heer Van Gelder zegt. Uiteindelijk is zijn voorstel verstrekkender en volgens het reglement van orde moet dat dan eerst aan de orde komen. J Heer KRIJGER: Er is iets geks gebeurd, denk ik. Er is net gezegd: bezuinigen tot 3,3 miljoen - volgens punt I. - Er is een voorstel gedaan, ik weet niet of dat nu nog aan de orde kan komen, om die bedragen te verhogen met 75.000, Kan dat nog? VOORZITTER: Dat kan dus niet meer. Er is besloten om te bezuinigen tot 3,3 mi 1joen. Heer VAN GELDER; U heeft het voorstel gedaan om dat in behandeling te nemen bij agendapunt 18. Dat betekent dat bij punt 18 aan de orde is om de 3,3 mil joen met 75.000,= te verhogen. VOORZITTER: Bij punt 18 gaat het erom of de raad de beslissing neemt om een krediet ter beschikking te stellen voor het aanschaffen van een nieuwe tele fooncentrale. Bij dit punt speelde dat u het bedrag van 3,3 miljoen met 7 5.000,= wilde verhogen om daarmee een dekking te vinden voor dat bedrag van die investering. Die dekking wil men niet in de 3,3 miljoen omvatten, dat heeft de raad net besloten, men wilde de 3,3 miljoen handhaven. Daarmee is dat voorstel van u van tafel. Heer VAN GELDER: Nee, u heeft gezegd, dat dat voorstel behandeld moest worden bij agendapunt 18. Daar heb ik verder niets over gezegd omdat ik aannam dat bij punt 18 aan de orde kwam om de 3,3 miljoen te verhogen. Dat kan, dat is uw voorstel. Als u nu zegt: ja, maar dat is nu zo besloten, dan vind ik dat toch niet juist. VOORZITTER: Ik heb er op zich geen probleem mee, om het bij punt 18 nog een keer aan de orde te stellen. De raad moet dan maar zien of we het ook zo doen, maar op dit moment zitten we op 3,3 miljoen. Als we dan teruggaan naar uw voorstel, dan vraag ik degenen die het voorstel van de heer Van Gelder steunen hun hand op te steken. Het voorstel wordt met 4 stemmen vóór en de overige tegen verworpen. Dan wil ik nu het voorstel van D'66 in stemming brengen. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, het verbaast mij een beetje dat u het in stemming brengt, want ik heb er een duidelijke opmerking over gemaakt. Gegeven het antwoord van de wethouder, dat het meegenomen wordt als toetsingskader, heb ik er geen behoefte aan het amendement in stemming te brengen. Bij deze sektor zou er mogelijk een veel hoger bedrag uit kunnen komen dan de 218.000 die er nu staat, die is dus niet het absolute plafond. Wethouder MENNE: Het eerste gedeelte van wat de heer Pothuizen heeft gezegd

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 71