- 30 - 15 februari 1984 dan is er toch niets aan de hand? Heer VERHEUS: Ik wil er graag ook even op reageren, want ik ben het toch wel met de heer Krijger eens, dat ik de gang van zaken vreemd vind. Er is uit drukkelijk gevraagd, ook in de commissie a.b.z. of het een unaniem college voorstel was. Nu zegt u: ja maar we hebben in het college wel afgesproken dat, als er door een van de partijen die een lid in het college hebben een amendement op het voorstel zou worden ingediend, de desbetreffende wethouders het voorstel van hun fraktie kunnen steunen. Dan vraag ik mij af, wat het college verstaat onder collegiaal bestuur en onder unanimiteit. Wat is nu het geval? De PvdA komt met een voorstel en dat wordt verworpen; de desbetreffende wethouder maakt natuurlijk deel uit van de fraktie, maar primair van het college; er is schorsing gevraagd, de heer Van Gelder heeft toegelicht dat de fraktie, inklusief de wethouder, dit voorstel punt 6, II geamendeerd, afwijst. Voor het verdere verloop van de A.T.B. zou dit toch wel consequenties kunnen hebben. Stel dat het college in juni met voorstellen komt, die conform het huidige voorstel zijn, alleen dan voldoende geargumenteerd. Dan zou de wethouder van de PvdA als hij consequent is, dat al bij voorbaat niet kunnen ondersteunen. Dan krijgen we dus in het vervolg van de A.T.B. steeds een voorstel van het college, min één. Dat betreur ik. Bovendien, ik heb net in de tweede ronde dat ook gevraagd aan de heer Van Gelder, zegt hij; we hebben een politieke keus gedaan. Maar als die wethouder nu eens een andere portefeuille beheerde, zou u dan dezelfde politieke keuze doen? Tk waag dat in alle ernst te betwijfelen. Wethouder KINGMA: Ik denk dat mijn fraktievoorzitter heel duidelijk heeft gemaakt dat het hem met name zit in het feit dat de meerderheid van de raad niet bereid is om zich bezig te houden met het maken van een politieke keus. Ik deel dat standpunt van mijn fraktievoorzitterwat niet wil zeggen, dat ik mij niet op dezelfde wijze tegenover dat besluit van de raad zal op stellen als mijn collega's in het college dat zullen doen. Daar heeft het op zich niets mee te maken. Heer VERHEUS:Ik vind het nog onduidelijker worden. VOORZITTER: Ik begrijp uit de woorden van de heer Kingma, dat wanneer het besluit wordt aangenomen, zoals het CDA/VVD-voorstel luidt, hij zich zal inspannen om dat uit te voeren. Ik stel nu aan de orde de stemming over II. volgens de tekst van het CDA/ VVD-amendementHet voorstel wordt met 21 stemmen vóór aangenomen. De PvdA-fraktie stemde tegen. V00RZITTER: Hiermee is dit agendapunt afgehandeld, wat niet wil zeggen dat daarmee de zaak is afgerond. Wij beschouwen dit als een zware opdracht, die wij met al onze mogelijkheden zullen trachten te vervullen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 73