- 8 -
15 maart 1984
om daarover nog eens met elkaar van gedachten te wisselen. Indien dan zowel
het college als de financiële commissie het met elkaar erover eens i^s om
toch in april een besluit te nemen, dan zal dat wel gebeuren.
MevrBLOMMERSVoorzitter, ik ben het toch niet helemaal eens met de proce
dure dat u het eerst in de financiële commissie zou willen brengen. Ik denk
dat u de procedure zou moeten volgen dat, als straks de schriftelijke gegevens
bij u binnenkomen die bevestigen waar zowel de heer Van den Brakel als de
heer Jacobs bang voor zijn en met hen hun frakties, het redelijk is te ver
onderstellen dat er in de financiële commissie ook een voorstel komt van het
college. De vorige keer in de financiële commissie hebben wij redelijk vrij
blijvend moeten praten over een stuk. Als we dat weer moeten doen, dan neemt
de tijd de rol over van de gemeentelijke ordening en dan komt het voorstel
toch gewoon in juni. Als u vindt, als college, dat wij gelijk hadden met
onze angst dat er allerlei dingen misgaan als we het niet eerder aanpakken,
dan zou ik ook graag van u een voorstel aan de financiële commissie willen
zien
VOORZITTERDaar zal het college over moeten beslissen in de eerstkomende
vergadering, dat kan ik nu niet zeggen.
Wethouder MENNE: Ik kan dat heel goed invoelen, ik wil wel zeggen, dat ik
voorop stel de afspraak die we in de raad maken met betrekking tot de
algemene lijn. Dat is op dit moment nog van hoger orde. Indien het nodig is
dat wij in de financiële commissie - dat zal het college dan dus heel goed
bezien - komen, dan zullen we dat doen. Dat hangt af van de gegevens, ik
zeg niet toe dat het een voorstel wordt en op welke wijze het besproken
zal worden.
Mevr. BLOMMERS: Mag ik u dan toezeggen, dat het voor ons erg overdreven is
om elke keer vrijblijvend adviezen te geven.
Wethouder MENNEHet is natuurlijk ook overdreven om een afspraak te maken
en die dan weer te doorkruisen.
VOORZITTER: Ik zou de diskussie nu willen afronden, anders gaan we in een
gesprek verzeilen dat de zaak verder niet dient. Ik zeg u toe dat de zaak,
zodra die zaak op schrift ons heeft bereikt, met de daarbij behorende ad
viezen, in het college besproken zal worden. Zo mogelijk voordat de finan
ciële commissie vergadert, zodat we in de commissie verder overleg kunnen
plegen.
4. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de gronden, gelegen
binnen het bestemmingsplan industrieterrein Soesterberg, binnen het bestem
mingsplan Overhees, voor een perceel aan de Dalweg en voor het winkelgebied
aan de Van Weedestraat.