- 17 -
18 april 1985
ging over gekomen om in de eerstvolgende vergadering van de commissie r.o.
nog eens een invulling te geven van bezetting ten opzichte van de tijds
indeling. De intentie die erachter zit is niet anders dan te constateren
dat we goed bezig zijn in de richting van het afwerken van de plannen.
De bestemming van de financiële middelen is akkoord. Wij hebben kunnnen
constateren dat er uitbreiding van capaciteit gekocht wordt. Het zal nooit
genoeg zijn, dat is duidelijk. Ik denk toch, dat we met deze middelen en
met dit plan heel uitdrukkelijk 1985 moeten uitlopen en moeten proberen
om achterstanden die we vorig jaar veel hebben opgelopen, te vermijden.
Heer EBBERSVoorzitter, ik ben blij dat u het advies van de commissie
hebt overgenomen om Soest-midden naar voren te halen. We weten allemaal
dat Soest-midden op zichzelf niet eenvoudig zal zijn, maar het wordt wel
tijd dat die zaak eens op een rijtje gezet wordt, want we krijgen steeds
meer de indruk dat het voor ons uitgeschoven wordt. Er zijn moeilijkheden,
maar we krijgen ook zelf problemen met de burgers die er iets willen doen.
Vandaar de nadrukkelijke aandrang vanuit de commissie r.o. om Soest-
midden aan te pakken, dan kunnen we misschien in het kader van beroepschrif
tencommissie e.d. deze zaak ook eens wat minder aan de orde krijgen.
Voor het overige heb ik begrepen dat u ons nog een overzicht zult toe
sturen van de capaciteitsverdeling binnen de afdeling r.o. om dat eens
te kunnen leggen naast de bijlagen die we bij dit plan gehad hebben.
Heer VAN DEN BRAKEL: Mijnheer de voorzitter, het is misschien niet toevallig
dat vanavond drie leden van de beroepschriftencommissie naar aanleiding van
dit voorstel iets te zeggen hebben. In deze commissie merken wij het meteen
dat we met niet-goedgekeurde bestemmingsplannen werken via voorbereidings-
besluiten. Na de laatste commissievergadering r.o. waarbij door verschil
lende partijen de suggestie is gedaan om Soest-midden naar voren te schuiven,
hebben we in verband met de werkzaamheden die daaraan verbonden zijn een
bepaalde verschuiving aan moeten brengen. In eerste instantie waren we daar
niet zo gelukkig mee, nadat we vanavond een vergadering van de commissie
r.o. gehouden hadden, heb ik hierover met mijn fraktiegenoten overlegd en
wij kunnen ons er nu wel mee verenigen. Er zitten echter nog financiële
consequenties aan en ik neem aan dat we die eventueel in een volgende
raadsvergadering op tafel krijgen, nadat de financiële commissie zich daar
over heeft gebogen. Zoals het nu is voorgesteld, gaan wij akkoord.
Heer VAN GELDER: Uit het voorstel dat wij net uitgereikt hebben gekregen
zou kunnen worden afgeleid dat er een gat van 60 mandagen valt. Ik weet
niet of dat binnen het college ook op zijn financiële consequenties is
getoetst, maar daar moet wel duidelijkheid over zijn. Als wij het ermee