- 45 - 23 mei 1985 Wethouder KINGMA: Er staat alleen niet per afzonderlijke post een bedrag genoemd, dat is overigens wel in de werkgroep besproken, samen met de mensen van gemeentewerken die daar een belangrijke bijdrage in hebben geleverd. Het overleg is gedaan op basis van een open begroting tussen de aannemer en gemeentewerken. VOORZITTER: De offerte is niet bekend bij de raad, de begroting wel. Er vindt geen overschrijding plaats van de offerte ten opzichte van de begroting. Daar ligt een zekere mate van duidelijkheid nu, mijnheer Verheus Heer VERHEUS: Het wordt alleen maar onduidelijker, voorzitter, in het rapport worden cijfers genoemd, maar dat is geen offerte. Een offerte is een aan bieding van een aannemer, die aangeeft hoeveel een opdracht gaat kosten. VOORZITTER: De begroting is u bekend, die is opgesteld in overleg met de aannemer. U mag aannemen, dat wordt ook gezegd, dat de offerte gelijk is aan de begroting, daar zit geen verschil tussen. Wethouder KINGMA: De keuze van de aannemer is in sterke mate bepaald door het feit dat deze aannemer betrokken was bij de bouw van de Borg en over exacte gegevens beschikt. Dat is de meest efficiënte wijze om de verbouwing te realiseren Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik heb al eens eerder betoogd dat ik vind dat we als raad de verantwoordelijkheid hebben de grote lijnen van het beleid aan te geven en niet de verantwoordelijkheid hebben over de kleur van de tegels e.d. Op blz. 16 van het rapport van de werkgroep staat exact onder punt 7 aangegeven wat er moeten gebeuren. Ik zou aan het CDA en de VVD willen vragen welke van die werkzaamheden u ongewenst acht, want dat is in feite waar u de begroting voor nodig heeft. Omgekeerd zou ik het college willen vragen of de bedragen die genoemd staan de kosten zijn voor deze werkzaamheden, zijn ze niet hoger? Wij stellen een kredietbedrag vast en het college zegt het aan te besteden voor een niet hoger bedrag dan hier genoemd, dan is dat een volstrekt normale procedure. Als we het doel waar we in december voor besloten hebben nog willen bereiken en als we het personeel van de Borg niet nog langer in onzekerheid willen laten en als we de Stichting en de vrijwilligers die al zoveel voorbereidend werk gedaan hebben niet willen zeggen: het is mooi geweest, doe het nog maar eens over, dan zouden we als raad nog maar eens met elkaar moeten praten over hoe het gekomen is en hoe het een volgende keer beter moet, maar nu toch maar moeten beslissen om het zo te gaan doen. Mevr. GREEFHORST: Voorzitter, ik zit niet in de bouwwereld, maar als mijnheer Van Gelder dit een begroting noemt van een aannemer, dan weet ik het niet meer. Hangt een aannemer ook de gordijnen op? Dit is belachelijk. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, ik wil proberen de handschoen van mijnheer Van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 154