- 29 -
13 juni 1985
aanschaffen, dan wil je in wezen de werkwijze zoals die gegroeid is in de
loop der jaren, tot het jaar 2000 bevestigen. We vinden dat daarover inhoude
lijk onvoldoende overleg is geweest. Er is één keer in a.b.z. onverwacht
een voorlichting gegeven over de huidige organisatie, maar daar is niet
op doorgediskussieerd. Nu komt plotseling dit voorstel. Wij zijn niet tegen
de consequenties van het goed bespreken van een organisatie en het bewust
zijn welke organisatie voor langere duur van toepassing is. De consequentie
die daarbij hoort kan zijn het op een gegeven moment ter beschikking stellen
van nieuw materieel. Welk materieel, dat hangt af van de organisatie die je
kiest. Als u dit nu in stemming zou brengen, dan zal mijn fraktie tegen
moeten stemmen, hoewel we dat liever niet doen. We willen liever een goede
diskussie over datgene wat nodig is over een aantal jaren bekeken,met
betrekking tot de voertuigen van de brandweer. Met betrekking tot de
aanbeveling over wat voor soort auto, of er nog een opknapbeurt of algehele
revisie mogelijk is, sluit ik mij aan bij wat mijnheer Verheus gezegd heeft.
Als ik naar mijn garage ga en vraag of hij wil kijken of ik een nieuwe auto
nodig heb, dan krijg ik van hem inderdaad argumenten om een nieuwe auto te
kopen. Ik denk dat een onafhankelijk deskundige daar een goed oordeel over
zou kunnen geven. Met betrekking tot de financiële argumenten en het lopen
van toch wel veel risico binnen de begroting van de brandweer, waardoor
andere materialen die ze ook nodig hebben misschien niet aangeschaft kunnen
worden, sluit ik eveneens aan bij de opmerkingen van mijnheer Verheus.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, bij dit voorstel spelen bij ons twee zaken een
rol, dat is de zorg voor een goede brandweer en de zorg voor een goed bestuur.
Die zijn helaas bij dit voorstel enigszins met elkaar in strijd. We hebben
een brandweer en die staat voor een bepaald bedrag in de begroting. Nu blijkt
dat die taak gewoon duurder is dan waar die voor in de begroting staat. Als
je een gemeente goed bestuurt, dan los je op het moment dat je dat probleem
tegenkomt, dat probleem op. Dan ga je niet de besluitvorming uitschuiven om
dan straks het probleem tegen te komen, want je weet helemaal niet of je dan
in staat bent om het op te lossen. Nu is natuurlijk wel duidelijk dat 50.000,
wel opgelost kan worden na 1989, die ruimte zal er wel zijn, maar we hebben
nog een aantal voorstellen waar een zelfde verschijnsel zich voordoet. Het
is te gemakkelijk om steeds, als we beslissingen moeten nemen waarvan we op
dit moment moeten zeggen dat de financiële ruimte ontbreekt, die naar achte
ren te schuiven. We kunnen nu al voorspellen dat er dan onvoldoende beleids
ruimte zal zijn om de dingen te doen die we moeten doen. Dat is zorgen voor
een goed bestuur en wij zijn bijzonder huiverig uit dien hoofde om akkoord
te gaan met dit voorstel. Anderzijds is er de zorg voor een goede brandweer.
Die verantwoordelijkheid willen wij accepteren. Wij hebben liever een goede