- 4 -
22 augustus 1985
beperkt is als het gaat om invloed uitoefenen op inkomensverhoudingen. Dat
is voor ons ook een toets geweest bij het bezien van de uitgewerkte notitie
over het beleid voor de komende jaren. Kwijtscheldingsbeleid moet gericht zijn
op het individu en u heeft met deze notitie precies binnen de mazen die de
overheid laat een beleid uitgestippeld. Met 'ruimte die de overheid laat'
bedoel ik mede wat met name de CDA-staatssecretaris van financiën met een
kamerbrede steun uiteindelijk heeft toegelaten aan wat gemeenten mogen doen.
We zijn dus tevreden over de notitie, maar merken daarbij het volgende op:
we hebben geen nauwkeurig inzicht in het aantal mensen en de situatie van
die mensen, die een beroep kunnen gaan doen op deze regeling. Vandaar dat
wij een zekere soepele hantering in het begin voorstaan, met daarbij een
redelijk ruim voorlichtingsbeleid over deze zaken. Verder vinden wij het
juist dat u deze regeling wilt opnemen in de meerjarenraming, omdat wij
verwachten dat deze regeling nog een groot aantal jaren nodig kan zijn.
Immers, als volgend jaar de verkiezingen worden gehouden en de uitslag daar
van is naar de mening van de WD verkeerd, dan kunnen nog meer mensen van
deze regeling profiteren.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij de woorden die
mijnheer Krijger heeft gesproken. Een paar kanttekeningen bij hetgeen
mijnheer Bolhuis naar voren heeft gebracht: ik kan mij zijn opmerking voor
stellen dat een hoge kostenpost geen doelstelling is, niettemin ben ik van
mening dat de hele problematiek vergt dat de belanghebbenden ook in rust en
in aandacht van de ambtenaren hun probleem kwijt kunnen. Dat zal ongetwij
feld arbeidsintensief zijn. Wat de gasprijzen betreft behoeft het geen betoog
dat het wat vreemd aandoet om daarover ter plekke iets te horen, waar in
Den Haag de partij van de spreker geen pogingen onderneemt die ik als zodanig
kan herkennen.
Mevr. MEIJER: Mijnheer de voorzitter, gelukkig dat nu ook onze gemeente iets
voor de echte minima gaat doen en dat wij als gemeente nu ook in gaan zien
dat veel mensen het moeilijk hebben om rond te komen met het geld dat zij
ontvangen. Wij hopen wel dat nu ook een groot aantal mensen van dit kwijt-
scheldingsbeleid gebruik kan gaan maken. Wij hebben onze twijfels, omdat de
rijksbelastingdienst vrij strenge richtlijnen hanteert, ze zijn nog strenger
geworden dan vorige jaren. Wanneer we dezelfde richtlijnen zouden hanteren
als de rijksbelastingdienst dan maken we de mensen blij met een dooie mus.
In de toelichting die we gekregen hebben staat dat het gewenst is, dus niet
verplicht, zich aan de richtlijnen van het rijk te houden. Als mocht blijken
dat maar weinig mensen voor kwijtschelding in aanmerking komen, dan zou ik
ervoor willen pleiten de richtlijnen ruimer te maken dan die van het rijk.
Zo ook met het steunfonds van 25.000,= Naar mijn mening moet het voor