ieder persoon individueel bekeken worden en dat zal inderdaad tijd gaan
kosten. Het is belangrijk dat onze gemeente een goede voorlichting geeft
over dit kwijtscheldingsbeleid, zodat de mensen weten waar ze moeten zijn,
of ze ervoor in aanmerking komen. Ik zou willen voorstellen om bijvoorbeeld
in februari te bekijken wie van deze regeling en van het steunfonds gebruik
heeft gemaakt en of er eventuele wijzigingen moeten plaatsvinden.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik heb begrepen dat het voorstel van het
college bij de.raad algemene instemming vindt, dat vind ik verheugend.
Anderzijds heb ik ook begrip voor de met name door mijnheer Bolhuis gemaakte
aantekeningen. Ook mevrouw Meijer heeft gesproken over de ruime hantering
van richtlijnen die op dit moment door de direkteur van de rijksbelasting
dienst worden gehanteerd.
Natuurlijk is er in zekere mate sprake van 'een slag in de lucht' voor wat
betreft de gereserveerde gelden, de raming van 150.000,= op jaarbasis.
We hebben dat redelijk zorgvuldig geraamd, met gebruikmaking van informatie
uit andere gemeenten. Natuurlijk heeft iedere gemeente zijn eigen karakter
en daardoor ook zijn eigen vraag en behoefte naar kwijtschelding. Ik hoop
toch dat het bedrag voldoende zal zijn. Of we nog genoodzaakt zullen zijn
tot verruiming van interpretatie van de richtlijnen, dat zal de tijd leren.
Het college is bereid, zodra dit mogelijk is, een evaluatie te houden met
de resultaten die op dat moment bekend zullen zijn. Of dat in februari al
kan, dat betwijfel ik, maar we zullen het in de gaten houden en u zo
spoedig mogelijk daarvan tussentijds berichten, zodat u weet of we op het
juiste schema zitten voor wat de grootte van benodigde bedrag betreft.
Inderdaad staat op blz. 6 een zin waaruit je zou kunnen distilleren dat met
het huidige personeel absoluut niet zou kunnen worden volstaan. Zo moet u
dat echter niet zien. We trachten het met het huidige personeel te doen.
Het is mogelijk dat dat toch problemen geeft, maar u moet het in de eerste
plaats zien als een herverdeling van taken en we zullen ons uiterste best
doen om dat met het huidige personeel op te vangen.
Als u het in percentages uitdrukt, dan moeten we inderdaad constateren dat
bij een bedrag van 25.000,= aan kwijtschelding het nog geen half procent
is en dat is niet veel. De bekendheid is misschien ook niet van dien aard,
dat die geen verbetering zou behoeven. Er zijn al suggesties gedaan in de
commissie financiën om er wat meer bekendheid aan te geven.
Heer BOLHUIS: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Pothuizen heeft nog een
antwoord van mij tegoed, want hij meent dat ik mij niet mag beroepen op de
te hoge gastarieven in Soest omdat in den Haag geen pogingen als zodanig
worden ondernomen om de gastarieven laag te houden. Dat is dan blijkbaar
B5
- 5
22 augustus 1985
Dat
otitie
icht zijn
.ie de
,aat
een
>n doen.
Ie op:
3 van
r dat
een
het
wij
jn.
ag daar-
n van
•den die
>n
ig voor-
ik van
rust en
retwi j-
3en betoog
ir in
ls zodanig
ente iets
an zien
at zij
kwijt-
omdat de
strenger
lanteren
>ie mus.
dus niet
it blijken
i zou ik
Bt rijk.
t voor