- 2 -
19 september 1985
vraagd alvorens wij meenden het groene licht voor deze investering te kunnen
geven. Nu vraagt u de raad in dit voorstel om een fiat over een drietal
punten. Met het gestelde in punt 1 van uw voorstel, in casu het vaststellen
van de beleidsnota brandweer voor de komende jaren, kan onze fraktie zich
wel verenigen, zij het dat ik daarbij uitdrukkelijk aanteken dat een en
ander niet wil zeggen dat we nu al akkoord gaan met bijvoorbeeld de aan
stelling van een brandweerfunctionaris voor de brandpreventie. Dit is
overigens door meerdere leden van de commissie a.b.z. ook al naar voren
gebracht. Trouwens, in uw voorstel gaat het college er dan ook terecht van
uit dat deze nota als basis dient te worden gebruikt voor de komende jaren.
Ik neem aan dat er bij de begroting en de meerjarenraming voor de jaren na
1986 terzake nadere voorstellen ter beoordeling aan de raad zullen worden
voorgelegd. Uw voorstel punt 2, om een deel van de vrijkomende f.l.o.-lasten
te benutten voor dekking van de investering die het gevolg is van de aan
schaf van de nieuwe le uitrukvoertuigen voor Soest en Soesterberg, roept
nog wel wat vragen bij ons op. In de commissie a.b.z. hebt u toegezegd dat
een en ander binnen het college nog eens zou worden besproken en dat de
aanvullende informatie bij de raadsstukken zou worden gevoegd. Wellicht
zijn deze stukken inmiddels aanwezig, maar gistermiddag in ieder geval nog
niet. Ik vraag mij af of een en ander rechtspositioneel gezien wel helemaal
juist is. Aangezien er echter geen aanvullende informatie bij de stukken lag,
verneem ik graag van het college hoe en waarom voor deze constructie is
gekozen. Vervolgens punt 3 van uw voorstel, mijnheer de voorzitter. Ik wil
er geen enkele twijfel over laten bestaan dat de CDA-fraktie zeer wel
doordrongen is van de noodzaak dat een brandweercorps, zeker wanneer dit
grotendeels uit vrijwilligers bestaat, over goed materieel moet kunnen be
schikken. Trouwens, dat is ook door mij in de juni-vergadering duidelijk
gezegd. Maar natuurlijk baart de hele financiering van dit projekt ons wel
enige zorg. Toch zijn wij van mening dat langer uitstel niet verantwoord
is en wij gaan derhalve akkoord met het gevraagde krediet van 400.000,=
En dan tot slot nog een opmerking over de beide brieven van respectievelijk
de Soester Zakenkring en de Algemene Bond van Ouderen. Met uw concept-
antwoord konden wij ons in de commissie niet verenigen. En niet alleen onze
fraktie, ook andere frakties hadden met uw antwoord de nodige moeite. Van
uw zijde is toen toegezegd dat er een nieuwe brief zou komen aan beide
instellingen, maar ook daarvan was bij de stukken gistermiddag niets te
vinden. Daarover zou ik nog graag van het college horen hoe men deze
brieven denkt te beantwoorden.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, over de brandweer is in deze zaal vaak
gesproken, lang gesproken en ook in commissievergaderingen is veel aandacht