- 12 -
19 september 1985
een plukje uit kunt halen, mits dat niet te klein is. 500 wooneenheden is
redelijk. Op zich genomen, waarbij u als ander voorbeeld Colenso noemt, ben
ik het wel met u eens, maar daar is de begrenzing van duidelijker aard dan
bij een blok tussen Varenstraat, Veenbesstraat, Smitsweg en Weegbreestraat.
Als u daar gaat kijken, dan blijkt duidelijk dat aan de overzijde dezelfde
flats voorkomen. Aan de Dalweg komen ook vrijwel dezelfde flats voor, de
Akkeren en Haverweerd. Ook elders, zoals in Soesterberg en op de Engh staan
nog flats en ik ben bang dat we een sneeuwbaleffekt krijgen, gebaseerd op
de subjektieve invoering van faktoren. In de brief is weergegeven dat na
herweging van een voldoende aantal flateenheden, met een steekproef die
voldoende wordt geacht, niet tot wijziging moet worden overgegaan. Bovendien
staat het Ministerie van Binnenlandse Zaken volledig achter de wijze van
berekening. De zaak is voldoende afgewogen en voldoende in de commissie aan
de orde geweest om als collegevoorstel, met daarnaast het voorstel van
mijnheer Van Gelder, te kunnen worden behandeld, zodat er nu een besluit
over genomen kan worden.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik zou graag willen reageren op een paar
opmerkingen die, zeker met betrekking tot ons voorstel, zijn gemaakt. Wat
betreft de steun van de commissie financiën denk ik dat er in de commissie
ook door anderen genuanceerd is gedacht over het voorstel. Het was een nieuw
element dat naar voren kwam en ik denk niet dat het terecht is als u stelt
dat de commissie op dat moment al unaniem gezegd heeft dat de door mij neer
gelegde gedachte niet geaccepteerd zou worden. Ik kan mij voorstellen dat
de diskussies in de frakties daar wel toe geleid hebben, maar ik bestrijd
dat u uit de reakties in de commissie financiën kon afleiden dat er mogelijk
geen steun in deze raad zou kunnen zijn voor een voorstel als wij nu hebben
gedaan. De gedachte als zodanig werd op dat moment beslist positief gewaar
deerd. Dan de vraag waarom wij nu juist de flats in het Smitsveen nemen,
zonder de Weegbreestraat en de flats op de Engh. De Engh fs gebied B. dus
de redenering die wij gehanteerd hebben om de flats in het Smitsveen van C.
naar B. te brengen is in het verleden kennelijk met betrekking tot die
andere flats reeds gemaakt. Als we dus een aanpassing hadden willen voor
stellen, hadden we moeten voorstellen om er saneringsgebied van te maken
en dan kom je inderdaad in de afweging of dat niet een wat al te negatieve
waardering van de liggingsfaktoren op de Engh is. Het is dus, in relatie tot
de flats op de Engh, geen willekeurige greep geweest.
Dan zijn de flats aan de Weegbreestraat c.q. de Dalweg genoemd. Het gebied
dat wij genoemd hebben en waarvoor wij voorstellen om daar de liggingsfaktor
van C. naar B. te brengen, is een betrekkelijk afgesloten en homogeen gebied.
Op het moment dat je die andere gebieden erbij zou nemen dan moet je voor een