19 september 1985
aangenomen
23. Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond verklaren
van het beroep van het bestuur van de Soester Orkest Vereniging tegen het
besluit van burgemeester en wethouders, houdende subsidie-afrekening 1984.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, mag ik u een korte parabel vertellen?
Er was eens een vader, die had een dochter en een zoon en die zoon kwam
thuis met een meisje uit een naburig dorp, een arm meisje. Die vader zei
"Aan mee-eters heb ik niets" en hij korte zijn zoon op zijn zakgeld. De
dochter was erg mooi en die kwam thuis met een rijke bink uit een naburige
stad. De vader richtte een bruiloft aan van 10.000,= omdat hij daardoor
in aanzien steeg.
De Soester Orkest Vereniging, waar we erg blij mee zijn, heeft enkele
leden van buiten Soest en wordt daarom door u gekort in de subsidie, die
toch al niet hoog is. Die korting is rampzalig voor zo'n club. Dat doet u
met uw rechterhand. Met uw linkerhand heeft u vorig jaar 10.000,= ge
schonken aan een club die u binnen Soest heeft gehaald om mooie concerten
te geven. Daar ben ik erg gelukkig mee, maar als je dan bij zo'n concert
informeert hoeveel van de 100 medewerkers er uit Soest komen, dan blijken
dat er twee te zijn. Uw beleid is niet reëel en ook niet eerlijk, vind ik
tegenover de Soester Orkest Vereniging. Aan de ene kant legt u het voor
schrift opzij en in dit geval kort u de subsidie. Ik geef toe dat het in
de verordening staat, maar die heeft u al vaker niet toegepast. Ik stel de
raad voor om dat nu ook niet toe te passen, omdat het niet eerlijk is.
MevrBLOMMERSIk steun het voorstel van mijnheer Visser van harte.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Ik vind dat mijnheer Visser niet al te sterk is met
het maken van gelijkenissen. Het voorstel van de commissie voor de beroep
schriften aan de raad is niets anders dan een toetsing van hetgeen B&W
gedaan heeft en dat is het toepassen van de subsidieverordening. Daar heeft
u in het verleden voor gestemd en je zou hoogstens kunnen constateren dat
het jammer is dat die bepaling er instaat, maar dat is een heel andere zaak.
We kunnen nu niets anders doen, hoe treurig het ook zou zijn voor de
Soester Orkest Vereniging, dan dit besluit te nemen. Ik wacht het voorstel
van mijnheer Visser om de subsidieverordening aan te passen in de toekomst
af
Heer BLOM: Voorzitter, dat laatste wil ik van harte onderstrepen. We
zouden moeten praten over het veranderen van de verordening, want we kunnen
ons niet ineens niet aan de verordening houden in zo'n raadsbesluit.
We zitten bovendien vlak voor de begroting, de consequentie hiervan kunnen
we meenemen in de bespreking van de begroting voor volgend jaar.
VOORZITTERMet andere woorden: u stelt eigenlijk aan het college voor om
- 27
is