- 26 -
18 november 1985
beleidsuitgangspunten en tot slot de verkiezingen.
De begroting 1986. Een citaat van mezelf: "Beklag over de financiële positie
van onze gemeente mag absoluut misplaatst heten. Hetgeen overigens vanzelf
sprekend geen uitnodiging vormt tot onvoorzichtig omgaan met op zich voor
handen middelen". Ook vandaag is dat citaat aktueel, het geeft in een notedop
aan waarvoor u in het begrotingsjaar 1986 de handen van D'66 wel of niet op
elkaar kunt krijgen. Het lukt u in ieder geval niet voor Sombermans' gedachten,
De nota van aanbieding. Daaruit stijgt de geur op van inspanning om van het
gezonde beeld van onze financiën toch maar vooral de schaduwkant te tonen.
Voor wie doet u eigenlijk al die moeite? Het is alleen maar een uitnodiging
om naar de zonkant er tegenover te zoeken. Juist door deze presentatiewijze
krijg je een accent dat verwachtingen zal oproepen bij de burgers. Het meren
deel van die verwachtingen zullen we niet kunnen honoreren.
Er is nu, in 1986, evenwicht en naar het zich laat aanzien ook in 1987. Nog
niet in 1988 en daarna, en, ondanks enige bijsturing vanuit deze raad die in
middels plaatsvond, is het geen verstoord evenwicht. Het is een evenwicht dat
tegelijkertijd ook voor de burger herkenbaar is, omdat het merendeel van
diens verplichtingen tegenover de gemeente in 1986 onveranderd blijft ten
opzichte van 1985. Dat is een mooi fenomeen, dat geen van de politieke par
tijen exclusief op zijn conto schrijven kan. De vraag hoelang dit evenwicht
gehandhaafd kan blijven heeft zich al opgedrongen. Belangrijker is de vraag
hoe we het handhaven. Zeker, nu aanzetten tot het beantwoorden van die vraag
in de door u gepresenteerde stukken ontbreken. Of ziet u als zodanig de aan
kondiging dat u ons een tarievennotadus toch tariefsverhogingen, gaat
voorleggen? Ik heb al in de commissievergadering laten weten dat dit niet de
weg is die D'66 wil gaan. De Gooi- en Eemlander maakte ervan: "D'66 wil nog
verder bezuinigen". Een minder gelukkige kop, omdat de lezer een doelstellic
daarin zou kunnen lezen en dat is het niet. Mijn voorwaardelijke formulering
van 22 oktober is die van vandaag: als zich in 1986/1987 aftekent dat er vana
1988 weer een struktureel tekort ontstaat, dan moet je dat weer met bezuini
gingen opvangen. En bij het beeld dat u ons aanbiedt ziet D'66 als passend
de 'permanente staat van heroverweging', met 'op de plaats rust' tot nader
order. Een spelletje met een routinefonds, dat we voor heel andere doeleinde:
hebben bedoeld, past daarbij niet. De gemeente behoort geen institutioneel
belegger te zijn, wat ze wordt als ze op voorhand een overschot creëert en
rentedragend wegzet voor een onzekere toekomst. De stelling dat het hebben
van cijfers voor vier jaar min of meer automatisch met zich mee zou moeten
brengen dat er na vier jaar een saldo moet worden bepaald dat op nul of
positief zou moeten sluiten, beschouw ik als een onjuiste stelling. Van de
gemeente mag en moet een creatiever omgaan met de financiën worden verwacht,