- 30 -
18 november 1985
personen binnen het gemeentebestuur wel van mening zijn dat ontwikkelings
samenwerking een punt van zorg van de gemeente mag zijn en moet zijn. D'66
zou met een uitspraak van de raad dat niet slechts personen dat menen, maar
frakties, gelukkig zijn. In feite vertrouwen wij erop dat deze uitspraak
spontaan gedaan wordt, zodat er niet eens een motie aan te pas zou hoeven te
komen. Iets moeilijker ligt het natuurlijk met de invulling van die zorg,
maar door het punt eerst een plaats te geven in de portefeuilleverdeling en
daarmee een commissie tot adviseur te maken, ontstaat er zicht op hoe de
raad zich meningen kan gaan vormen. Dat D'66 daarbij voorstaat maximaal ge
bruik te maken van de voorhanden know-how in Soest, behoeft nauwelijks betoog,
Dan de beleidsuitgangspunten 1982-1986. Dat deel kan kort zijn. De zelfge
noegzaamheid waarmee u in de nota van aanbieding opmerkt dat u grotendeels
aan de beleidsuitgangspunten uitvoering hebt gegeven en dat, waar dat niet
zo is, de punten in uitvoering zijn of achterhaald, die stoort mij een
beetje. Er is een goed-Hollandse zegswijze over eigen roem. U hebt er kenne
lijk niet te veel vertrouwen in dat de roem van elders komt. Laat ik u dan
een kleine verrassing aanbieden: ik wil best zeggen dat uw tevredenheid over
uw handel en wandel tot op zekere hoogte terecht is. Het Soester gemeente
bestuur, met u in een gewichtige rol, heeft met succes orde op zaken weten
te stellen. Niettemin is het beleid van 1982 niet af of bijna af. Ik stip
aan dat een aktualisering van een aantal beleidsnota's niet heeft plaats
gevonden. Ik onderstreep dat de formulering van een milieubeleid zelfs
expliciet is stopgezet. Met de voorlichting aan de burgers is het in deze
raadsperiode eerder slechter dan beter geworden. De conclusie die D'66 trekt
is dat er in een beleidsprogramma 1986-1990 al op voorhand punten kunnen
worden ingevuld.
Het derde deel, mijnheer de voorzitter, de verkiezingstoerDaadwerkelijk die
toer opgaan zou oneigenlijk gebruik van deze spreektijd zijn. Citeren uit
ontwerpprogramma's is verleidelijk, maar het dient hier en nu net zo min
een doel als het voorlezen van deze algemene beschouwingen überhaupt.
Waarmee ik terug ben bij mijn beginpunt. Ik zou u een voorstel doen voor
de begrotingsbehandeling volgend jaar. Dat voorstel luidt:
- wij leveren de algemene beschouwingen in op de donderdag voor deze
maandagraad, zoals nu; ze gaan naar de raad en naar de pers.
- ze gaan niet onder embargo naar de pers, maar de pers krijgt de
aanbeveling er vrijdag en zaterdag uitgebreid aandacht aan te beste
den en te melden dat geïnteresseerden de volledige teksten desver-
langd op maandag bij het Info-centrum kunnen verkrijgen.
- op maandag start u de vergadering met de verklaring dat de teksten
van de algemene beschouwingen als ingelast in het verslag worden