- 50 - 18 november 1985 echt ons best zullen doen. Het ambtelijk korps maakt zo nu en dan overuren om zo snel mogelijk de stukken te kunnen verzenden. We blijven ons best doen, want we vinden dat we die verplichting hebben. Dan de automatisering. Ik zou eigenlijk de suggestie van mijnheer Pothuizen om de automatisering zich te laten uitstrekken tot met name de hulpsecretarie in Soesterberg, willen verschuiven naar donderdag, wanneer dat voorstel aan de orde is. Over de voorlichting is het volgende mee te delen. Het kritisch volgen van voorlichting is terecht, mijnheer Visser. Het lukt niet altijd zaken naar buiten te brengen op de manier waarop je dat graag zou willen. De vrije nieuws garing, een nog groter goed, is ons vaak te vlug af en juist u zal dat waar schijnlijk een hele goede zaak vinden. Dat speelt natuurlijk ook mee. U zegt bijvoorbeeld dat u uit de krant berichten hebt vernomen over het ABC-projekt. De brief hebben wij de dag ervoor verzonden, zodat wij er zeker van zouden zijn dat u de brief eerder zou kunnen lezen dan de krant. Dat u het andersom heeft gedaan, dat kunnen wij niet helpen. Dat u een fanatiek krantenlezer bent, siert u als politicus. In zijn algemeenheid wil ik wel zeggen dat het college ook gesproken heeft over het voorlichtingsbeleid, mede gelet op de incidenten die zich de laatste tijd hebben voorgedaan. Wij hebben een strak kere lijn afgesproken met de betrokkenen. Mijnheer Visser noemt een aantal voorbeelden waarbij wij tekort zouden schieten. Op 17 september zouden wij een verkeerde voorlichting hebben gedaan over de Prunus-zaak. Juist de dienst gemeentewerken had begrepen, gelet op de informatie die men op dat moment kreeg, dat de A.I.D. de zaak minder zwaar zou opnemen dan later is gebleken. In goed overleg met de wethouder en met mij is er afgesproken dat men voor lichting zou geven en dat is ook met onze voorlichter verder afgestemd. Pas later is duidelijk geworden dat dat bericht minder juist is geweest. We hebben op dat moment naar onze overtuiging de juiste voorlichting gegeven. Een tweede punt was de voorlichting aan buitenlandse plaatsgenoten. U vindt dat er te weinig voorlichting is en ik vind dat juist het tegendeel het geval is. Wij krijgen complimenten van de buitenlanders over de hoeveelheid in ons voorlichtingsbeleid aan voorlichting voor buitenlanders. Ik wijs daarbij op het plan dat kort geleden hier in de raad is aangenomen om voor de verkie zingen extra middelen ter beschikking te stellen en een plan te aanvaarden over de voorlichting aan buitenlanders. We werken daar dus echt wel goed aan. Verder meent u dat we niet voldoende voorlichting hebben gegeven bij de 10%- regeling voor bijstandsvrouwen. U weet dat dat intussen een zaak van het Arbeidsbureau is, waar de voorlichting dus ook ligt. Als er in individuele gevallen vragen over zijn, dan zal de sociale dienst daar natuurlijk aandacht aan besteden. Wij hebben ook wat informatiemateriaal van het Arbeidsbureau

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 347