- 66 - 18 november 1985 Wethouder KINGMA: Voorzitter, voor alle duidelijkheid: ik ga graag met mijn heer Visser in diskussie als hij in staat is concreet kanttekeningen te plaatsen met inhoudelijke argumenten. Waar het mijn hoofdstuk betrof heeft hij het in zijn algemene beschouwingen bij kreten gelaten en dan moet ik antwoorden zoals ik gedaan heb. Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, mijnheer Visser handhaaft zijn motie. Ik heb al gezegd dat ik deze motie ontraad. Verder schermt hij met geheime stukken; waar hij altijd erg voor voorlichting en openheid pleit, ben ik erg be nieuwd naar deze geheime stukken, want ik weet niet waar hij het over heeft. Mijnheer Pothuizen heeft een onjuiste conclusie getrokken als hij opmerkt dat het opstellen van een bosbeheersplan ook nu weer vier jaar zou moeten duren. Het is destijds een kwestie geweest van het aannemen en nu zal twee jaar ruimschoots voldoende zijn om een bosbeheersplan in aangepaste vorm het licht te doen zien. Ik betreur het dat er met betrekking tot de videofilm gesugge reerd wordt dat de verhouding met de politie zodanig zou zijn dat we niet meer 'on speaking termszijn. Ik vind dat beneden niveau en betreur dat ten zeerste. Heer POTHUIZEN: Ik maak daar bezwaar tegen,voorzitterIk heb een vraag gesteld en geen suggesties gedaan. Misschien kan de wethouder gewoon ant woorden op de vraag. Wethouder OUDEMANSIk vind de vraag dan beneden peil en het antwoord is dat de 'speaking terms' heel goed zijn. VOORZITTER: Ik zou hier als voorzitter even tussen willen komen. Ik weet dat er heel goed contact is, omdat ik daar zelf ook bij betrokken ben, Met name in het overleg tussen de heer Brunekreef, de wethouder, mijzelf en de heer Adema is er geen sprake van dat er niet 'on speaking terms' gehandeld zou worden. De motie over ontwikkelingssamenwerking. U heeft zelf het 5.000,= voorstel teruggenomen en een p.m. voorgesteld. Nu kunnen wij de motie overnemen, dat hoeft dus wat ons betreft niet in stemming gebracht te worden. Het eerste deel is van belang, dat dat goed van de grond komt en dat geld komt dan in een volgende fase aan de orde. Wat dat betreft dacht ik dat we elkaar kunnen vinden. Dan wil ik even systematisch langs de moties van mijnheer Van Garderen lopen. De eerste motie is door de wethouder besproken en van een afwijzend advies voorzien. De tweede motie betreft de investeringen en de prioriteitsbepaling. Ook die motie is door de wethouder van een negatief advies voorzien namens het college. De derde motie betreft het tijdstip waarop de stukken beschik baar komen. Ik kan de consequenties daarvan niet overzien, maar ik ben bereid om die zaak nog eens in a.b.z. te bespreken als we daar aan toe zijn. Ik

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 363