21 november 1985
eden
raard
n de
zaak
eet ik
den
n de
ivi-
;e tijd
>n we
niet
-aad
m ui t
-zuid.
Ln feite
i zijn.
lak op
ing en
ekt van
emming.
hoofd-
e kwali-
tref t
ik dat
ik nog
de
8 leer-
gen,
huis-
iere mate
te
lagere
;een klok
ie
van
aan om
initiatieven te nemen om in het hoofdenoverleg dit probleem eens ter sprake
te brengen en gezamenlijk te komen tot een minimum-pakket waarmee ook
vooral kansarme kinderen het voortgezet onderwijs kunnen volgen. Gaarne van
uw kant een reaktie.
Mevr. MEIJER: Mijnheer de voorzitter, ik wil hier op aansluiten. In de
commissie onderwijs heb ik ook aangekaart hoe schrikbarend het gesteld is
met de lees- en taalvaardigheid op basisscholen. Het is jammer dat we op
dit moment nog niet exact kunnen zeggen hoe het nieuwe vergoedingssysteem,
het Londo-systeem, gaat werken. We weten nog niet wat het verschil zal
zijn tussen de doeluitkeringen van het rijk en het gemeentelijk onderwijs.
Men veronderstelt dat we van het rijk meer zullen ontvangen, maar op dit
moment kunnen we nog niet met concrete voorstellen komen. Van het onderwijs
kan een stimulerende werking uitgaan, waarbij ik inderdaad denk aan het
taal- en rekenvaardigheidsonderzoekDe voorkeur van mijn fraktie gaat uit
naar een gedegen onderzoek naar de lees- en taalvaardigheid op de basis
scholen en bij het voortgezet onderwijs. Als de wethouder zegt dat hem
niets bekend is, dan zou ik toch willen vragen of hij er meer aandacht aan
zou willen besteden. Mocht het rijk er geen geld voor beschikbaar stellen,
dan kunnen wij dat als gemeente doen, met onze eigen financiële middelen.
Het onderwijzend personeel heeft het op het moment ontzettend zwaar, men
wordt extra belast door de invoering van de basisschool. Daarom vind ik het
moeilijk om voor te stellen dat het onderwijs meer moet gaan doen aan
vredesonderwijsmilieu-onderwijsmondiale bewustwording, culturele vorming,
etc. Wel zou ik willen vragen of de gemeente geld beschikbaar zou willen
stellen als een school het in het schoolwerkplan heeft, maar er geen finan
ciële middelen voor heeft.
Wethouder MENNE: Voorzitter, Soest volgt de landelijke trend, zegt mijnheer
Visser. We hadden laatst bezoek van Japanse deskundigen op het gebied van
onderwijs, want het ministerie had in overleg met het ministerie van onder
wijs in Japan Soest aangewezen, omdat ze het hier goed zouden kunnen zien.
Ik kan echter begrijpen dat een artikel in de krant wat onrust veroorzaakt.
Als wij staan voor het openbaar onderwijs in Soest, dan moeten we niet naar
buiten laten uitkomen alsof ons onderwijs minder zou zijn. Er zijn mensen
die zeer oppervlakkig kennis nemen van dit soort berichtgevingen en het
doet het onderwijs in Soest, op deze wijze in het openbaar behandeld, geen
goed. Temeer omdat totaal niet is aangetoond dat het in Soest minder zou
zijn dan gemiddeld in het land. Wat de besprekingen betreft in het direkteu-
renberaad kan ik u zeggen dat dit besproken is en dat het nogal wat onrust
bij de direkteuren van de openbare scholen heeft veroorzaakt, omdat er toch
meer suggestie in ligt dan vaak bedoeld wordt. Ik vind het volstrekt onjuist
35
- 5