- 24 -
21 november 1985
behandeling. De situatie is deze: in de commissie financiën komen de finan
ciële aspekten van beleidsvoorstellen en de inhoudelijke kant komt normaal
in de commissie die daarvoor is, in dit geval de sportstichting, c.q.
stichting zwembaden. Nu zegt u dat u die inhoudelijke diskussie in de
commissie financiën wilt hebben. Dat is niet juist. Het probleem is nu hoe
we het dan moeten doen, want we willen er toch hier als raad ook inhoudelijk
goed over kunnen spreken. Vandaar dat ik net gezegd heb dat er in deze
begrotingsbehandeling algemene punten aan de orde gesteld kunnen worden, dus
ook de punten over de sport. Ik neem aan dat de frakties daarover hebben
nagedacht tijdens de schorsing. Alleen zit ik dan nog met het punt dat het
niet in de financiële commissie is besproken, want u heeft natuurlijk gelijk
als u zegt dat het financieel beslag effekten heeft. Vandaar dat ik de
gelegenheid heb gegeven om u te prepareren op de standpunten in zijn algemeen
heid over sportzaken. Daar ging iedereen mee akkoord en dan kan er nu dus
inhoudelijk over de sport gesproken worden.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, u bent gaan schorsen omdat iemand sugge
reerde dat we best even zouden kunnen schorsen. We zijn deze schorsing niet
ingegaan met een opdracht om dan even de begroting van de sportstichting te
behandelen.
Heer VAN GELDER: Misschien kan ik wat duidelijkheid geven. Ik heb gevraagd
om die schorsing en die vraag gaat een cruciale rol spelen. Overigens heb
ik in eerste instantie gevraagd om de begroting van de sportstichting niet
te behandelen. Toen duidelijk werd dat we dat toch zouden doen, heb ik om
een schorsing gevraagd om met mijn fraktie ruggespraak te kunnen houden.
Die schorsing hebben we gekregen en de gehouden ruggespraak heeft ons
bevestigd in het verlangen om het niet te behandelen vanavond. Daarin steunen
wij dus het voorstel van de CDA-fraktie. Dat is niet vanwege de inhoudelijke
diskussie, maar vanwege het feit dat er een financiële diskussie gevoerd moet
worden zonder dat ons de daarvoor noodzakelijke informatie heeft bereikt.
Of dat nu een inhoudelijk probleem is of een financieel probleem, dat laat
ik even in het midden. Feit is wel, dat de combinatie van beide het financieel
probleem creëert. Dus ik zou u toch van harte willen aanbevelen, als u ten
minste niet wilt dat wij op grond van onvoldoende informatie nee gaan zeggen,
om de vaststelling van de begroting van de sportstichting een raadsvergadering
uit te stellen. In de komende commissievergadering financiën kan dan voldoende
aandacht besteed worden aan de diskussie daarover vanuit de financiële optiek,
Heer VISSER: Ik heb geen opmerking over de orde, maar ik wil graag iets
over de sportstichting zeggen om ook mijn wensenlijstje op tafel te kunnen
leggen.
VOORZITTERDat kan zo meteen. Nu het zo ligt in de raad, zou ik willen