- 26 -
21 november 1985
zwembaden dat in de vergaderingen van de stichtingen aan de voorbereiding
van de begroting zou worden gewerkt. In de sportstichting zitten een aantal
burgerleden en een aantal raadsleden. Eind juni is voor het eerst de be
groting van de sportstichting in de sportstichting aan de orde gesteld, ik
dacht in aanwezigheid van alle leden, met het dringende verzoek om hetgeen
daar besproken is aan de hand van de stukken die op dat moment beschikbaar
waren met de achterban te bespreken.De problemen die mogelijk bij de achter
ban zouden leven, moesten wij tijdig kennen en daarom hebben wij het verzoek
gedaan om in ieder geval de punten met betrekking tot de begroting die van
belang waren,bij het bestuur zelf of bij de direkteur in te leveren. Dat is
gebeurd, zowel de bestuursleden van de verenigingen als de raadsleden hebben
de gelegenheid gehad om te vertellen wat zij aan punten hadden. Vervolgens
hebben wij voor de zekerheid de begroting nog eens in het openbaar behandeld
op 11 september, waarbij opnieuw is gevraagd, zowel aan de bestuursleden van
de verenigingen als aan de raadsleden, om te vertellen op welke punten men
de begroting aangepast wilde zien. In de pers heeft duidelijk gestaan dat
tijdens die vergadering ook het punt aan de orde kwam van het al dan niet
verhogen van de tarieven. Beide begrotingen zijn vervolgens het college
aangeboden, in de nota van aanbieding wordt bij de stichting zwembaden zelfs
vermeld dat de begroting is aangeboden. De stichting zwembaden heeft haar
begroting officieel aangeboden op 16 september en de direkteur schrijft in
zijn aanbiedingsbrief: "Hierbij zend ik u de begroting 1986 van de stichting
zwembaden, zoals vastgesteld in de vergadering van het bestuur van 29 augus
tus." Omdat bij de sportstichting de interne procedure parallel liep met de
externe procedure is de begroting van de sportstichting intern overhandigd
aan het college en heeft ook bij de voorbereiding van de begroting deel uit
gemaakt van de besprekingen. Door het verzoek aan de deelnemers om in juni
en in september te reageren op de problemen op sportgebied, hebben wij als
college gemeend u deze zaak te kunnen aanbieden als zijnde de begroting van
het college, goedgekeurd door de deelnemersvergadering. Officieel was het
niet mogelijk de sportstichtingsbegroting aan de deelnemers aan te bieden in
juni, wat zou moe-len, omdat in juni het interne bestuurlijke overleg op dat
terrein nog niet was afgerond en zelfs het bilateraal overleg met mijn
collega nog niet had plaatsgevonden. Juist om te zorgen dat de zaak parallel
liep, hebben wij gezorgd dat in ieder geval het college de begroting tijdig
had opdat de boeken tijdig konden uitgaan. Daarbij hebben wij de deelnemers
gevraagd om ermee akkoord te gaan dat achteraf de begroting door hen zou
worden vastgesteld. De deelnemersvergadering heeft, zonder er één woord aan
te wijden en zonder hoofdelijke stemming, de begroting kort geleden ook goed
gekeurd en dat had te maken met de voorbereiding en het feit dat men voor