31 - 21 november 1985 er te berde gebracht zouden moeten worden bij de stichting zwembaden. Evenals vorig jaar heb ik ook dit jaar weer gevraagd of er meer duidelijk heid kan komen in het funktioneren van de stichtingen. U zegt dat er een commissie benoemd is en dat u met goede, duidelijke stukken zult komen waarin alles op een rijtje staat voor wat betreft de financiële conse quenties. Ik wacht het rustig af tot die stukken komen, waaruit we dan duidelijk een keus moeten kunnen maken van prioriteiten. Heer POTHUIZEN: Ik wil mij aansluiten bij de vraagstelling van mijnheer Krijger met betrekking tot de sporthal Soesterberg. Ik vind inderdaad ook dat er in januari een stuk hoort te liggen. Er is wat het financiële aspekt betreft een klein verschil met de diskussie die we even hadden over Soest- zuid, of we die misschien op andere punten nog krijgen. Ik vind het in dit geval heel verklaarbaar dat er niets op de meerjarenraming staat, omdat het uitgangspunt eerst is dat we het door particulier initiatief laten ontwikke len. Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de vragen die gesteld zijn zeer eenvoudig zijn te beantwoorden. Mijnheer Visser heeft belang stelling voor het autocrossgebeuren en vraagt of het autocrossteam mogelijk een terrein in Soest zou kunnen krijgen. In het verleden heb ik bij herhalin met mensen van het crossteam gesproken, waarbij is gebleken dat het in de praktijk niet meevalt om een geschikt terrein te vinden, dat aan milieu voorwaarden voldoet. Uiteraard blijft het crossteam Soest welkom om erover te praten, waarna we over deze kwestie zonodig van gedachten kunnen wisselen in de commissie. De meerjarenraming is volstrekt helder besproken, ook in het openbaar, in de sportstichting, zoals alle meerjarenramingen in een bepaalde kring zijn besproken. Nu doet zich het gekke verschijnsel voor dat bij een meerjarenra ming de klemtoon gelegd moet worden op 'raming'. Als men akkoord gaat met de raming, dan kan het college met voorstellen komen en vandaar dat ik mij verbaas over de opmerkingen van mijnheer Van Gelder dat hij met betrekking tot de honk- en softbalaccommodatie niets onderbouwd heeft gevonden enz. Die onderbouwing krijgt u zodra wij de besprekingen daaromtrent hebben afge rond. Het is u bekend dat zowel met de hockey- als met honkbalclub gesprekk' gevoerd worden, omdat kunstgras inderdaad een rol speelt hierbij. Er wordt bekeken of het mogelijk is om, als de raad die 550.000,= als raming zou aanvaarden, binnen dat bedrag met een voorstel te komen. Er is dus geen enkele reden om daar vooraf al verontrusting over te kweken, er is niets aan de hand. In de nota van aanbieding hebben wij ook gesteld dat wij met voorstellen zullen komen, alleen is het niet helemaal zeker binnen welke termijn, omdat we nog besprekingen moeten voeren.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 398