- 7 -
28 februari 1985
Wordt de nood gelenigd voor vele van onze mensen.
We moeten met beide benen op de grond blijven staan.
We kunnen onze moeders met kinderen toch niet naar Hilversum of Amersfoort
laten gaan?
We moeten paraat zijn en het door laten klinken tot in de verste hoeken;
Ook voor onze ouderen die herstel in hun eigen regio zoeken.
Enkele minuten kan soms het grootste offer zijn, het offer van een leven,
Dat vooral in het verkeer een schrijnend verdriet kan geven.
Wij worden doodziek en hulpeloos van al dat gepraat.
Bij u, mijnheer Van der Reijden, ligt nu de grote daad.
Wij wensen u een helder inzicht en een gezond verstand.
Dit is onze laatste noodkreet, we willen verder, hand aan hand.
Geef aan deze kreet nu eens het juiste gestoelte,
Wij smeken u, Baarn en Soest, geef ons 'De Oelte'.
Mevr. VAN DIJK: Voorzitter, in de eerste plaats wil ik opmerken dat ik het
prettig vind dat de gesprekken tussen Soest en Baarn over het voor ons
liggende onderwerp -een heet hangijzer- geleid hebben tot het goede idee
om een gezamenlijke raadsvergadering te houden. Want deze vergadering- heeft
toch de bedoeling aan te geven naar de staatssecretaris toe, hoe belangrijk
het is voor de Soester en Baarnse bevolking over een ziekenhuis binnen hun
gemeente te kunnen beschikken en er niets nagelaten is dit aan te tonen.
Het zal u zeker niet verbazen dat onze frakties zich met name tot de sociale
aspekten willen bepalen. Wat ons in de hele gang van zaken met betrekking
tot de ziekenhuisvoorziening en daarbij behorende verpleegaccommodatie voor
Baarn en Soest het meest tegen de borst stuit, is de kille, onpersoonlijke
redenering die de regering en aanvankelijk ook Gedeputeerde Staten van
Utrecht, hanteren. Laatstgenoemde herzag gelukkig haar standpunt op unaniem
advies van de commissie volksgezondheid uit de Provinciale Staten. Men
spreekt niet over voor mensen zo ontzettend belangrijke zaken als het
persoonlijk welzijn, dat staat of valt met de aanwezigheid van een zieken
huis en/of verpleeghuis op een bereikbare afstand. Realiseerden zich deze
bestuurders niet wat het betekent voor ouderen, minder-validen, minder
draagkrachtigen, één-oudergezinnen, noem maar op als ze voor een bezoek
aan een polikliniek voor henzelf of voor ziekenhuisbezoek aan familie of
vrienden aangewezen zijn op openbaar vervoer of overgeleverd aan bereid
willigheid van anderen. Ook het financiële aspekt speelt hierbij voor de
meesten een hele grote rol. En wat te zeggen van de schrijnende problemen
die ouderen bij een gedwongen scheiding extra moeten doormaken als één van
de partners opgenomen moet worden in een verpleeghuis elders. Hoe zouden