- 2 -
19 december 1985
besluit mij zo laag op de kandidatenlijst te plaatsen. Zelfs geen argument
waarmee ik het niet eens ben. Om die reden meende ik mijn kandidatuur voor
de komende raadsperiode te moeten intrekken. De gang van zaken acht ik echter
zodanig in strijd met liberale uitgangspunten, dat ik ook mijn lidmaatschap
van de VVD heb opgezegd. De regels van de VVD laten niet toe, dat niet-leden
van deze partij in een vertegenwoordigend orgaan zitting hebben. Mij is der
halve medegedeeld dat mijn besluit om te bedanken voor het WD-lidmaatschap
uitsluiting uit de fraktie inhoudt. Naar mijn oordeel zijn de omstandigheden
waaronder ik de VVD verlaat zodanig,dat ik mi j aan de kiezers verplicht acht
mijn mandaat voor deze raadsperiode af te maken. Het WD-gemeenteprogramma
op basis waarvan ik gekozen ben en waaraan ik mij nog steeds gebonden acht,
zal uitgangspunt blijven van mijn handelen. Formeel is er nu dus sprake van
een nieuwe eenmansfraktie, hoewel ik daar altijd bezwaar tegen gehad heb.
Mijnheer de voorzitter, het is voor mij een zeer moeilijk en pijnlijk besluit
geweest. Ik hoop te hebben duidelijk gemaakt dat ik het weloverwogen heb
gedaan. Deze ontwikkelingen heb ik niet gewild en niet gezocht. Ik vraag dan
ook het college en de leden van de raad mijn besluit te respekteren.
VOORZITTER: Dan kan ik u nog meedelen dat mevrouw Nolen mij heeft voorgesteld
dat zij gewoon lid blijft van de raadscommissies op de wijze zoals zij daar
nu zitting in heeft. Zij wil niet als fraktievoorzitter van een eenmansfraktie
worden beschouwd met alle rechten en plichten die daaraan verbonden zijn.
Dat leek mij ook verstandig, gelet op het feit dat er nog drie raadsverga
deringen te gaan zijn voor de verkiezingen. Ik wil dan ook aan u voorstellen
dat zo te bevestigen. Ik constateer dat de raad hiermee akkoord gaat en dat
aldus is besloten.
Vragenhalfuurtje
VOORZITTER: Er zijn vragen binnengekomen van de VVD betreffende de Kinder
boerderij. U heeft de tekst van die vragen gekregen.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, in de commissie welzijn is op een
gegeven moment gevraagd waar het voorstel voor de Kinderboerderij bleef.
We vinden het jammer, er was toch een duidelijke toezegging gedaan, omdat
de raad in meerderheid voor het aanpakken op korte termijn van de problemen
bij de Kinderboerderij was. Er mag dan best enige haast gemaakt worden omdat
een aantal zaken toch in een bepaald jaargetijde veel beter kunnen worden
aangepakt. We zijn zeer benieuwd of u erin slaagt binnen de termijn die wij
willen en die de raad in meerderheid wil, wat te gaan doen aan de Kinder
boerderij
Wethouder KINGMA: Het is een goede gewoonte de vraag voor te lezen, zodat ook
de publieke tribune weet welke vragen er gesteld zijn.
Waarom heeft het college niet de wens van de raad gevolgd om een voor
stel te doen dat in de aanstaande raadsvergadering behandeld kan worden