20 december 1985 Ik wil mijn toespraak beëindigen met een andere variant, namelijk een passage uit een formulier met betrekking tot een heel ander soort ambt. Enkele fraktievoorzitters en leden van de raad, namens wie ik het genoegen heb te spreken, begrijpen mij zeer goed of hebben wellicht zelf ervaren wat ik hiermee wil zeggen. Nog steeds met uw stilzwijgende permissie, mijnheer de voorzitter, richt ik mij rechtstreeks tot mijnheer Kruitwagen en ik wil het als volgt formuleren: 1. Hebt u uw ambt getrouw bediend met liefde voor de gemeente Soest en haar inwoners? 2. Hebt u de nodige geheimhouding betracht ten aanzien van wat bij de uit oefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis werd gebracht? 3. Hebt u zich in heel uw ambtelijke wandel gedragen naar wet, verordening en besluiten die in dit land en in deze gemeente van kracht zijn? 4. Hebt u zich gevoegd onder het opzicht van de vergadering van raad en college? Het antwoord op deze vragen, dat ik namens de raad mag geven, is "Ja, dat hebt u"Dat zij u lof! Daarvoor komt u de dank toe van alle leden van deze raad. Wij wensen u met uw vrouw toe, dat het u beiden gegeven mag zijn om nog van een lange en goede levensfase te kunnen genieten. Maar wij willen u niet alleen met woorden bedanken. Als blijk van onze grote waardering voor uw werk en persoon, wil ik u hierbij namens de hele raad een drietal boeken aanbieden, waarvan wij weten dat die uw bijzondere interesse hebben.Wij hopen datl deze boeken voor u altijd een goede en prettige herinnering aan de leden van deze raad zullen zijn. En u, mevrouw Kruitwagen, wil ik met bijzonder veel genoegen namens de vrouwelijke leden van deze raad eveneens een boek werkje aanbieden. Het ga u beiden bijzonder wel! VOORZITTER: Ik wil nu de officiële vergadering van de raad in zoverre schorsen, dat ik nu de gelegenheid ga geven aan een aantal andere sprekers om het woord te voeren. Daarna zal ik de vergadering weer heropenen en zal ik -voor de derde keer, mijnheer Verheus- mijnheer Kruitwagen de gelegenheid geven om in deze raad zelf te spreken. De toespraken tijdens de schorsing zijn afzonderlijk genotuleerd. Heer KRUITWAGEN: Mijnheer de voorzitter, dames en heren leden van de gemeente raad en u allen die de uitnodiging voor het bijwonen van deze buitengewone raadsvergadering hebt aanvaard. Het past mij op de allereerste plaats Hare Majesteit de Koningin van harte te bedanken voor de onderscheiding die zij mij heeft toegekend en u voor het ongetwijfeld vele werk dat daarmee verbonden is geweest. Ik weet ervan, dat het in deze tijd niet zo eenvoudig is om een dergelijk verzoek ingewilligd te krijgen. Ik dank u zeer en ik ben u er erg - 8 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 493