- 4 -
28 februari 1985
voor vrouwen' allemaal doet en ik hoop dat ze zo doorgaan, met onze steun.
Wethouder KINGMA: Dat de gemeente in dit geval een doorgeefluik zou zijn, moet
ik bestrijden. Als de gemeente, waar het het minderhedenbeleid betreft, in dit
geval de rijksbijdrageregeling minderheden, geen aktief beleid zou voeren,
zou dat betekenen dat voor deze minderheden dit bedrag niet beschikbaar komt.
De gemeente voert in dit opzicht een aktief beleid, zodat voor die minderheden
dat geld ook beschikbaar komt. Aan de hand van het bedrag mag u niet de inte
resse, de inzet en de belangstelling voor het minderhedenbeleid afmeten. Daar
kunnen we in de diskussie over de minderhedennota in de komende maanden nog
op terugkomen. Met de opmerkingen over de naailessen en de bingo zou u, als
u over andere groepen zou spreken, gelijk hebben. In dit geval wil ik mijnheer
Visser ondersteunen dat dit soort aktiviteiten heel belangrijk zijn als het
erom gaat mensen uit een sociaal isolement te halen, pogingen te ondernemen
ze te integreren in de samenleving, ze met aktiviteiten die een lage drempel
hebben uit hun huis te krijgen, zodat ze sociale contacten kunnen hebben.
Op die manier hebben ze entree gekregen om allerlei andere aktiviteiten te
organiseren, die daarna op gang gebracht kunnen worden en in feite belangrij
ker zijn.
Heer KRIJGER: Waar het om gaat is, dat het aangegeven is als een eerste jaar
om ervaringen op te doen. Een aantal zaken daarin om contacten te krijgen
wordt door ons wel ondersteund, maar op langere termijn moet je niet een
aantal aktiviteiten als doel gaan zien. Een voorbeeld van een goed afgewogen
programma is dat van het Turks comité. Dat krijgt juist onze instemming, om
dat daar een aantal zaken instaan die gericht zijn op aktiviteiten die men
zelf wil opzetten, met als belangrijk slot een slotmanifestatie om contacten
te leggen tussen allochtone en autochtone bewoners van Soest.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Voorstel tot het benoemen van direkteuren aan de te vormen openbare basis
scholen.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, nadat dit stuk waarschijnlijk al was
samengesteld, besloot de heer Deetman toch de mogelijkheid te openen voor
een tweehoofdige leiding van de basisscholen. Ik denk dat dat ook een goede
zaak is, om in de basisschool bepaalde verworvenheden, met name het kleuter
school gedeelte, te waarborgen. Wat de overbelasting betreft van de leiding
van basisscholen, zou het ook een goede zaak zijn om, wanneer die school
dat wil, een tweehoofdige leiding te benoemen. Een tweehoofdige leiding die
bestaat uit een man en een vrouw heeft emancipatorisch een voorbeeldfunktie
Ik stel de raad voor dit voorstel aan te houden, terug te gaan naar de
diverse scholen en de medezeggenschapsraden. Dat heb ik in een motie neer
gelegd.