29 mei 1986
- 6 -
Ik zal dat nog even toelichten. We hebben uit uw oorspronkelijke toelichting
begrepen dat het ging om een uitbreiding van de openstelling. In de brief
die wij gisteren gekregen hebben als reactie op de opmerkingen die wij
gemaakt hebben, hebben wij eerder de indruk gekregen dat het ging om vervangir;|
bij ziekte. Dat is in strijd met uw oorspronkelijke toelichting, wat op
zijn minst erg verwarrend is. Omgekeerd vinden wij voorlichting uiteraard
een belangrijke zaak, dus we willen nu niet zeggen dat het niet gebeurt.
U moet er maar van uitgaan dat wij toch duidelijk vinden dat over de aan
wending van die middelen eerst nog een keer zou moeten worden gesproken
binnen de commissie bedrijven, met name over hoe de werkzaamheden binnen
de afdeling voorlichting het beste zouden kunnen worden georganiseerd.
Met betrekking tot het punt van de aanstootgevende leuzen hebben wij gevraagd
om wat meer informatie over wat de situatie op dit moment is. Ik heb begrepen
dat we die informatie nog niet hebben. We zouden ook graag te zijner tijd
een evaluatie willen zien met betrekking tot wat er gedaan is met welke
leuzen. Op zich staan wij achter de gedachte om die leuzen te verwijderen.
We vinden ook dat als je dat zegt als raad, dat je daar dan een bedrag
voor moet noemen. Dit bedrag kan wat ons betreft en we gaan ervan uit dat
het op zorgvuldige wijze zal worden besteed.
Er is door een aantal andere frakties gesproken over C-drie. Dat komt in
de volgende vergadering aan de orde. Wij vinden het op zich juist dat in
de toelichting bij de nota ook ontwikkelingen die we nog niet tot in detail
kunnen overzien genoemd worden. Ik denk dat dat hoort in zo'n nota als
deze, want het zijn ontwikkelingen die er aankomen en het is de taak van het
college om ons als raad daarover te informeren. De definitieve voorstellen
behandelen we wel in de volgende raad.
Heer VISSER; Mijnheer de voorzitter, wat ik mis in de verhalen tot nu toe
is toch wel dat we vorig jaar toch maar weer 950.000,= hebben overgehouden.
Straks moeten we bij agendapunt 19 van de raadsagenda vaststellen dat we
in 1984 ruim 2 miljoen hebben overgehouden. Over dat soort dingen wordt
hier in de raad weinig gepraat, want iedereen zit altijd maar te huilen
en te jammeren dat het zo slecht gaat. Maar dit mag toch ook wel eens genoemd I
worden. Over punt 1 en 2 heb ik dan ook niet veel te zeggen. Wat punt 3
betreft ondersteunen wij, zoals u al gemerkt heeft, het voorstel van het
CDA om de gaswinsten, de overwinsten, terug te geven aan de burgers. Als
de heer Van Gelder zegt dat wij deze gemeente op een behoorlijke manier
moeten besturen, dat we de gastarieven moeten aanwenden voor de sporthal,
wat natuurlijk ook nergens op slaat, dan vind ik dat we het gas op een
behoorlijke manier aan de burgers moeten leveren voor de prijs die daarvoor
staat, zonder ze het vel over de oren te halen door het gas veel te duur
te verkopen. Het is eerlijk als je het teruggeeft. We moeten niet van de
overwinst mooi weer spelen door er sporthallen voor te bouwen, hoe nodig
dat ook is. Dus, als we deze gemeente op een behoorlijke manier willen
besturen, mijnheer Van Gelder, dan moeten wij ten eerste elk jaar maar
eens wat nauwkeuriger begroten, zodat we niet elk jaar een miljoen over
houden en dan moeten we het gas zo berekenen dat de mensen niet teveel
betalen. Wij vinden het dus een goede zaak als deze overwinsten terugbetaald 9
worden, zodat de woonlasten wat minder worden. Al is het maar een gebaar
van het gemeentebestuur om te laten merken hoe ons dat ter harte gaat.
Ik wil u vanavond meteen twee ton laten verdienen door inderdaad niet akkoorc j
te gaan met de asfaltering van de Korte Ossendam. We komen daar straks
nog op terug. Ons inziens zijn er wel andere manieren om de Korte Ossendam
het straatje te maken dat het kennelijk vroeger was, toen je daar nog rustig
kon wonen. Het gemak waarmee u daar voor twee ton een hoop asfalt neergooit
om die mensen ter wille te zijn, laat mij denken dat ik u vanavond zover
krijg dat u andere maatregelen neemt om die twee ton niet uit te geven
en toch die mensen aan de Korte Ossendam tegemoet te komen.