29 mei 1986 - 20 - daar wel een asfaltering, althans een bestrating die minder geluid gaf.De bus die daar over rijdt zou door het asfalteren van die weg inderdaad qua geluids volume aanzienlijk teruglopen. Als je in je eigen auto over een klinkerbe strating rijdt dan merk je ook dat het veel lawaai maakt, meer dan wanneer je over een asfaltweg rijdt. In dat opzicht zijn wij voor het asfalteren van de Korte Ossendam. Het tweede deel van het verhaal is het eventueel verplaatsen van het busstation. Dat is waarover wij bestormd zijn met reactie Voorzitter, wij zijn het daar helemaal niet mee eens. Wij weten dat het busstation daar gelegen is. Ik geloof dat het voor de mensen die daar komen winkelen een belangrijk punt is voor een busstation. Bovendien zal Centraal Nederland hier medewerking aan moeten verlenen. Dat willen ze op dit moment niet. Op grond daarvan kunnen we het busstation dus al niet eens verplaatsen. Tenslotte, als we het busstation zouden verplaatsen zoals het in de diverse brieven en stukken is gesuggereerd, dan geloof ik dat het ook nog een flinke duit zal kosten. Ik kan mij voorstellen dat de wethouder openbare werken daar nog geen indruk van heeft, maar ik schat toch minstens op een twee, drie ton om weer een behoorlijk busstation aan de Birkstraat te maken. Bovendien kan er naar mijn mening een duidelijk verbetering optreden in de hinder die aan de Soesterbergsestraat wordt ondervonden, wanneer er bij het busstation een aantal abri's worden geplaatst. De goedkeuring voor die abri's is een tijdje geleden al gegeven, dus die kunnen misschien op korte termijn neergezet worden. U zult zien, als er dan metingen gepleegd worden, dat het geluidsniveau op die meetpunten terug gelopen zal zijn. In het voorstel dat ons van diverse zijden is voorgesleuteld' wil men de bus over de Van Beuningenlaan/Bartolottilaan sturen. Die mensen daar hebben geen woord inspraak gehad. Ik heb de heer Van den Breemer net uit voerig horen praten over de inspraak bij bestemmingsplannen en ik kan mij ook voorstellen dat die mensen op hun achterste benen gaan staan dat ze daarover niet eens zijn geraadpleegd. Ik zou daarom willen voorstellen om het te laten zoals het nu is en op korte termijn uitvoering te geven aan dit raadsbesluit. Heer MEILOF: Voorzitter, wij zijn voor uw voorstel, we hebben er niet zoveell moeite mee. Het lijkt ons ook een goede zaak om het busstation te handhaven op de plaats waar die nu is, omdat -zoals de heer Ebbers ook al opmerkte- de neveneffecten van het verplaatsen ons inziens minstens zo ongunstig zijn voor een andere woonwijk met andere fietspaden waar overgestoken moet worden, waar de situatie nauwelijks gunstiger is. Dat het ons onwijs lijkt om zo'n beslissing te nemen zal u duidelijk zijn. Iets anders is, daar wil ik toch zeker de aandacht voor vragen, dat er echt serieus gekeken wordt naar de geluidsisolatiemogelijkheden. Als het denkbaar is dat abri's genoeg zijn, dan denk ik dat we daar erg blij mee moeten zijn, maar als het nodig is dan vind ik dat we ook verder moeten kijken naar mogelijkheden voor de burgers die daar wonen, zoals isolatie door dubbele beraming en dergelijke. Die mensen zijn simpelweg in een ongelukkige omstandigheid terecht gekomen door het plaatsen van een busstation voor hun huis. Ik denk dat wij als bestuur van Soest daar ook serieus rekening mee moeten houden dat je mensen het leven zuur maakt, zodat je daar een oplossing voor moet zoeken. Heer VAN DEN BREEMER: Mijnheer de voorzitter, zoals mijn fraktievoorzitter al opmerkte, hebben wij toch wel grote bezwaren tegen de asfaltering van de Korte Ossendam. Wij menen wel dat er op dit moment eigenlijk geen goed alternatief aanwezig is, maar er worden wel handreikingen gedaan, wat toch een positief element is. Wij hadden gehoopt dat het college nog nader in zou gaan op nog wat andere mogelijkheden waardoor mogelijkerwijs de Korte Ossendam ontlast zou worden wat betreft het doorrijden van de bus. Wij wachten dat nog even af in uw reactie alvorens ons standpunt duidelijk te maken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 115