- 11 -
23 januari 1986
hiervan genoten, van deze concerten. Het Nederlands Bach-Ensemble is buiten
zijn schuld de dupe geworden van minder inkomsten in 1985, waardoor zij in
1986 in moeilijkheden zouden komen. Er is geen sprake van concurrentie
voor plaatselijke muziekverenigingen, zoals gesuggereerd wordt. De subsi
dieverordening, of inleveren door de andere verenigingen, valt hier buiten
beschouwing. De commissie welzijnsplanning, die toch een afspiegeling vormt
van de Soester bevolking op welzijnsgebied, heeft een positief advies
gegeven. Het is een eenmalige subsidie-aanvraag, alleen voor 1986. Wij
vinden dat je na alle overwegingen als bestuurder 'ja' moet kunnen zeggen
tegen deze aanvraag.
Wethouder KINGMA: Voorzitter, het is natuurlijk de bedoeling dat dit een
maximaal bedrag is, alles wat men minder nodig heeft dankzij het feit dat
men andere geldbronnen weet aan te boren, is in het voordeel van de gemeente.
Het is echt als een garantie bedoeld voor een maximum van 5.000,= en ook
echt voor de laatste keer. De voorwaarde met betrekking tot C-drie is niet
anders dan bedoeld om het denken op gang te brengen over de mogelijkheid
C-drie te hanteren als mogelijke plek. Naar mijn mening merkt u terecht op
dat het wat ver gaat om dat als bindende voorwaarde op te leggen. Ik kan
akkoord gaan met de suggestie om dat achterwege te laten, mijnheer Bolhuis.
Mijnheer Van Garderen meent dat deze uitvoering commercieel getint is. Op
geen enkele wijze heb ik de indruk gekregen dat het Nederlands Bach-Ensemble
bezig is aktiviteiten te ontplooien omdat ze daar geld aan over zouden houden.
Als dat het geval was, dan zou deze subsidie-aanvraag hier niet gelegen
hebben. Het gaat het Nederlands Bach-Ensemble erom op een verantwoorde
wijze voor een zo groot mogelijk aantal Soesters een bijzondere concertserie
te verzorgen. Alhoewel ik niet tot de gelovigen gerekend mag worden -eerder
het tegendeel- heb ik als toeschouwer en toehoorder bij die concertreeks
waargenomen, met name in de vocale delen, over welke inhoud de componist
het had. Dan kan ik mij toch nauwelijks voorstellen dat u ertegen zou zijn
dat dergelijke muziek, met dat karakter, in die historische kerk ten gehore
wordt gebracht.
U moet het mij niet kwalijk nemen, mijnheer Krijger, maar ik heb u toch een
paar merkwaardige dingen horen zeggen. U noemt dit een incidentele aanvraag,
terwijl het al voor de tweede keer is. Als u bedoelt dat het struktureel
zou moeten passen in een cultureel* beleid van deze gemeente, dan is het
naar mijn idee betrekkelijk eenvoudig om aan te geven dat dit een welkome
aanvulling is van het beperkte culturele aanbod dat we in deze gemeente
hebben. In deze sfeer hebben we als cultureel aanbod voornamelijk een
aantal aktiviteiten van de Vereniging Artishock, van C-drie en wat die
op muzikaal terrein te bieden hebben ligt in een andere sfeer. Juist op