29 mei 1986
- 35 -
ter inzage gelegd over de betrokken mensen. Ik denk dat die informatie
hier niet als zodanig besproken zou moeten worden in een openbare raads
vergadering, maar het heeft ons wel gesterkt in onze twijfels of we hiermee
op de goede weg zijn. We hebben het probleem tegelijkertijd dat er geen
ruimte was, althans op dit moment nog niet is, voor een aantal Soester
inwoners die casco-woningen willen bouwen. We zouden u toch voor willen
stellen om op zeer korte termijn het beleid met betrekking tot het uitgeven
van kavels in bestemmingsplannen voor dit soort bouw in de commissie r.o.
nog eens nader van gedachten te wisselen, want wij denken dat we nu een
weg in gaan slaan die toch de nodige vraagtekens oproept.
Wethouder PLOMP: Dit soort zaken kunnen uiteraard in de commissie r.o.
aan de orde worden gesteld.
Wethouder MENNE: Voorzitter, ik wil hier toch wel even wat van zeggen.
De heer Van Gelder heeft het over de sociale woningbouw, maar die wordt
juist mogelijk gemaakt door dit soort, toch zeer goede, zaken. Als je de
prijzen vergelijkt voor huurwoningen en voor dit soort woningen, dan zult
u toch wel tot die ontdekking komen. Ik zou hier toch wat zorgvuldiger
mee omgaan. Het is zo dat de mensen uit Soest over het algemeen meer dan
de mensen die van buiten Soest komen een kans maken hier een kavel te
bemachtigen. Dat zijn dan vaak de krenten uit de pap die inderdaad dan
naar degenen gaan die de hoogste score hebben. Maar niettemin vind ik ook
dat er zorgvuldig moet worden omgegaan met mensen die juist het sociale
woningbouwgebeuren mogelijk maken.
VOORZITTERIk zou de discussie op dit punt willen afronden, ook in ogenschouw
nemend wat de heer Plomp heeft gezegd. Laten we het in de commissie bespreken,
anders komt er een half verhaal, een halve discussie en ik zou het dan
maar evenwichtig in zijn geheel, inclusief de opmerkingen van de heer Menne,
in de commissie r.o. willen doen. Op zichzelf is deze bijdrage natuurlijk
uitstekend, daar wil ik niets van zeggen, maar liever een totaal debat
in de commissie r.o. over deze zaak.
Heer VAN GELDER: Ik zou even willen reageren,' want de heer Menne praat
over zorgvuldigheid, maar ik vind het niet zorgvuldig dat hij mijn woorden
verkeerd interpreteert. Ik heb het niet gehad over de prijs, ik heb alleen
de vraag gesteld of we bezig zijn met een goed beleid met betrekking tot
de uitgifte van deze kavels. Aan wie en hoe moet je dat doen? Ik heb gezegd
dat het mij goed leek om naar aanleiding van dit voorstel daarover in r.o.
te praten. Ik vind het niet erg fraai om mij dan onzorgvuldigheid te verwijten
en met een verhaal te komen dat op zich juist is, maar dat niets met mijn
opmerkingen te maken heeft.
Heer EBBERS: Voorzitter, als u aan het verlangen van de heer Van Gelder
wilt voldoen, dan zult u boven het kopje van een dergelijk raadsvoorstel
niet alleen 'commissie financiën'moeten zetten, maar ook 'commissie r.o.'
VOORZITTER: Hij heeft gevraagd om de bespreking in de commissie, toen heb
ik het woord gegeven aan de wethouder r.o. en die heeft gezegd dat hij
akkoord ging met een discussie in de commissie r.o. Dus ik neem aan dat
dat de eerste plek is waar dit gebeurt, omdat het een kwestie van volkshuis
vesting en ruimtelijke ordening in de eerste plaats is. Daar wordt de
discussie gehouden, alleen de opmerking van de wethouder financiën wordt
daar natuurlijk bij betrokken, want dat is een heel wezenlijk aspect.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.